Wat is het antistollingsbeleid na ablatie wegens atriumflutter?

Klinische praktijk
H.J.G.M. Crijns
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:1746

VRAAG 3. Na een geslaagde ablatie wegens een recidiverende atriumflutter (cardioversie gaf maar 6 weken een sinusritme) werd patiënt als medicatie levenslang acenocoumarol voorgeschreven met een ‘international normalized ratio’ (INR) tussen 2,5 en 3. Tijdens een vakantie in Frankrijk werd een INR-bepaling gedaan en werd het advies gegeven voor profylaxe de stolling te houden tussen 1,5 en 2,5. Informatie bij een Amerikaanse cardioloog leverde weer een ander advies op, te weten: na een geslaagde ablatie enige weken antistollingsmedicatie nemen en bij blijvend sinusritme het gebruik van het antistollingsmiddel staken.

Er bestaat sinds 7 maanden een normaal sinusritme en volgens de laatste gegevens is er 90 kans op blijvend succes. Wie heeft er gelijk?

ANTWOORD. Bij betrokkene is waarschijnlijk sprake van een non-valvulaire atriumflutter, dat wil zeggen atriumflutter zonder significant onderliggend hartlijden. Wat betreft wel of niet behandelen met antistollingsmiddelen staat atriumflutter gelijk aan -fibrilleren. Uit de literatuur is een aantal…

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties