Samenvatting
Doel
Evalueren van het slagingspercentage, de complicaties bij het inbrengen en de overleving bij perifeer ingebrachte centraalveneuze katheters (PICC’s) bij kankerpatiënten en patiënten met ernstige infecties bij wie de toegang middels een perifeer infuus niet meer mogelijk is.
Opzet
Retrospectieve cohortstudie.
Methode
Met statusonderzoek en via het radiologische informatiesysteem RADOS verzamelden en analyseerden wij gegevens van patiënten, variabelen ten tijde van het inbrengen van de PICC, de in-situduur en de reden voor verwijdering van de PICC’s.
Resultaten
In de periode 1 september 2000-30 juni 2007 werden bij 68 patiënten 101 pogingen verricht tot PICC-plaatsing. Er verliepen 91 (91%) procedures bij 64 patiënten succesvol. Er waren 2 (2%) periprocedurele complicaties; palpitatie (n = 1) en lokaal hematoom (n = 1). Ten tijde van dit onderzoek waren 14 (15%) PICC’s nog in situ. Er waren 45 (50%) PICC’s electief verwijderd na gemiddeld 114 dagen (uitersten: 10-446); 32 (35%) PICC’s waren voortijdig verwijderd na gemiddeld 67 dagen (uitersten: 7-266). Redenen voor voortijdige verwijdering waren: infectie (14 maal (15%)); uitvallen van de katheter (10 maal (11%)), dislocatie (4 maal (4%)); klinische trombose (2 maal (2%)) en verstopping van de katheter (2 maal (2%)).
Conclusie
PICC’s leken een goed alternatief bij kankerpatiënten en patiënten met infecties bij wie het inbrengen van een infuus niet goed mogelijk was. Het inbrengen van PICC’s had een acceptabel slagingspercentage en ging samen met weinig periprocedurele complicaties. Het percentage vroegtijdig verwijderde katheters leek acceptabel, mede omdat de verwijdering plaatsvond na een gemiddelde verblijfsduur van ongeveer 2 maanden.
Reacties