Wanneer is het kinkhoest? Verband tussen laboratoriumdiagnostische bevindingen en klachten

Onderzoek
H.P.A. van de Water
M.J.W. van de Laar
A. Leentvaar-Kuijpers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:828-33
Abstract

Samenvatting

Nagegaan is in hoeverre het vóórkomen van kinkhoestklachten overeenstemt met positieve bevindingen bij laboratoriumdiagnostiek. Retrospectief werden gegevens bestudeerd van door de GG & GD Amsterdam op kinkhoest onderzochte personen (n = 422). In 194 gevallen vond bacteriologisch en in 329 serologisch onderzoek (IgA- en IgG-a-LPF) plaats. Bij 180 personen was het laboratoriumresultaat – kweekuitslag en (of) serologische uitslag – positief.

Tussen laboratoriumresultaten en klachten werd geen duidelijk verband gevonden. Een mogelijke verklaring hiervoor is, dat de kans op klachten samenhangt met de mate van immuniteit. Een hoge immuniteit zou dan bij infectie klachten moeten voorkómen, maar wel een immunorespons geven. Door welke oorzaak bij patiënten mèt klachten het resultaat van het laboratoriumonderzoek negatief is, is echter niet duidelijk. Ten opzichte van serodiagnostiek blijkt de factor leeftijd een verstorende variabele: bij ouderen is de kans op een positieve uitslag groter.

Bij het huidige gebruik van laboratoriumdiagnostiek voor het vaststellen van kinkhoest worden vraagtekens geplaatst. Nader onderzoek naar het verband tussen symptomen en bevindingen bij laboratoriumdiagnostiek wordt aanbevolen.

Auteursinformatie

Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg (NIPG TNO), sector Gezondheidszorg en Epidemiologie, Postbus 124, 2300 AC Leiden.

H.P.A.van de Water, sociaal-geneeskundige; mw.ir.M.J.W.van de Laar, epidemioloog.

GG & GD Amsterdam, sector Volksgezondheid en Milieu, afdeling Infectieziekten, Amsterdam.

Mw.A.Leentvaar-Kuijpers, arts-epidemioloog.

Contact H.P.A.van de Water

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties