Samenvatting
Doel
Onderzoeken hoe de samenstelling van de wachtlijst voor postmortale-niertransplantaties zich heeft ontwikkeld en of de wachtlijst de werkelijke behoefte weergeeft.
Opzet
Retrospectief onderzoek en cohortstudie.
Methode
Wij maakten gebruik van gegevens uit de periode 2000-2014 van de Nederlandse Transplantatie Stichting, de ‘Registratie nierfunctievervanging Nederland’ en Eurotransplant. Het betrof gegevens over postmortale nierdonaties, nierdonatie bij leven, de wachtlijst en niertransplantaties.
Resultaten
Op de wachtlijst voor een postmortale-niertransplantatie stonden transplantabele (T) en niet-transplantabele (NT) nierpatiënten. Het aantal T-patiënten nam af van 1271 in 2000 naar 650 in 2014. De mediane wachttijd tussen het begin van de dialyse en postmortale-niertransplantatie daalde van 4,1 jaar in 2006 naar 3,1 jaar in 2014. Het totale aantal patiënten op de wachtlijst nam echter toe van 2263 in 2000 naar 2560 in 2014. Over dezelfde periode steeg het aantal nieuwe patiëntregistraties van 772 tot 1212. Van circa 80% van de NT-patiënten was de reden dat zij niet-transplantabel waren niet geregistreerd. Een cohortanalyse liet zien dat de NT-patiënten een 2 keer kleinere kans hadden op een postmortale donornier en een 2 keer grotere kans op uitstroom van de wachtlijst zonder transplantatie of op niertransplantatie van een levende donor.
Conclusie
De vraag naar nieren voor transplantatie blijft groot. Het toegenomen aantal transplantaties resulteert in een afname van de wachtlijst voor T-patiënten, terwijl de totale wachtlijst langer wordt. Om goed inzicht te krijgen in de werkelijke behoefte moeten de wachtlijstregistratie en het -onderhoud verbeterd worden.
Reacties