Nederland bezuinigde de afgelopen jaren succesvol op medicijnen. Met als onbedoeld gevolg oplopende tekorten. Zelfs toen de onderhandelingen over een ‘ijzeren voorraad’ geneesmiddelen vastliepen en de coronacrisis zich aandiende, hield de minister vast aan nieuwe prijsmaatregelen. Waarom? Onderzoeksjournalisten Lucien Hordijk en Daan Marselis doken in de dossiers.
Een mooi gebaar in barre tijden. Teva, een van de grootste generieke medicijnfabrikanten, maakte op 1 april bekend 600.000 hydroxychloroquine-pillen aan het RIVM te doneren. Het oude malariamedicijn werkt misschien bij de behandeling van COVID-19, maar dat moet eerst goed worden uitgezocht. Dan levert ons bedrijf dus een gratis voorraad van het medicijn voor die studies, dachten ze bij Teva.
Helaas, India nam de tienduizenden doosjes van Teva in beslag. Het land kondigde begin maart een exportverbod af op de 26 meest essentiële werkzame stoffen voor medicijnen. Onder diplomatieke druk van de Amerikanen is dat verbod voor een belangrijk deel weer teruggedraaid, maar de voor Nederland bestemde doosjes zijn nog steeds het land niet uit.
En dat is een probleem, stelt Hennie Henrichs, directeur van Teva Nederland. Want voor de behandeling van corona mag hydroxychloroquine dan nog onbewezen werkzaam zijn, duizenden patiënten met lupus of reuma zijn wel afhankelijk van…
Reacties