Samenvatting
Doel
Inventariseren van oogletsels die veroorzaakt werden door particulier vuurwerk rond de jaarwisseling 2008/’09.
Opzet
Beschrijvend onderzoek.
Methode
Alle leden van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG) werden door het bestuur opgeroepen om van 27 december 2008 tot 4 januari 2009 alle door hen behandelde vuurwerkgerelateerde oogletsels te registeren. Naast een aantal gegevens van de patiënt, werd het type afgestoken vuurwerk, de aard van het ongeval, het soort oogletsel, de behandeling en de ernst van het letsel geregistreerd.
Resultaten
Van de tijdens de jaarwisseling dienstdoende oogartsen stuurde 95% registratieformulieren in. Deze oogartsen behandelden en registreerden in totaal 268 patiënten met 315 door vuurwerk veroorzaakte oogletsels. 56% van de patiënten waren omstanders. De meeste slachtoffers betroffen mannen. 59% (n = 158) van de patiënten waren minderjarig (3-17 jaar); 10-15 jarige jongens vormden de hoofdmoot. Bij een derde van de ogen (n = 99) was er sprake van blijvend letsel. In 47 ogen was de schade zo ernstig dat zij tot irreversibel visusverlies leidde en in 24 ogen tot totaal visusverlies. Van deze 24 ogen werden 15 ogen operatief verwijderd. Knalvuurwerk veroorzaakte de meeste letsels, vuurpijlen gaven echter de ernstigste traumata.
Conclusie
Op medische gronden is het NOG van mening dat met het huidige gedoogbeleid betreffende het afsteken van vuurwerk, de Nederlandse bevolking aan een te hoog risico op oogletsels blootgesteld wordt. Zolang privévuurwerk in Nederland blijft toegestaan, adviseert het NOG om tijdens het afsteken van en kijken naar vuurwerk een beschermbril van polycarbonaat te dragen.
Reacties