In 1978 werd in Engeland de eerste baby na in-vitrofertilisatie (ivf) geboren. Vijf jaar later werd in Nederland de eerste ivf-baby geboren. De behandelingen van vruchtbaarheidsstoornissen hebben sinds die doorbraak een snelle ontwikkeling doorgemaakt. Via een speciale subsidieregeling van de toenmalige Ziekenfondsraad, nu College voor zorgverzekeringen (CVZ), werden in 1985 in 11 centra in Nederland ivf-behandelingen vergoed. Thans zijn er 13 centra die een vergunning hebben (artikel 2 van de Wet Bijzondere Medische Verrichtingen). Naast deze centra zijn er ongeveer 25 transport- en satellietklinieken die met één of meerdere ivf-centra samenwerken.
Een ivf-behandeling bestaat uit 4 fasen: (1) stimulatie (rijping van de eicellen); (2) punctie (het aanprikken van de follikels die de eicellen bevatten); (3) laboratoriumhandeling (ivf in strikte zin); en (4) embryotransfer (overplaatsen van 1 of 2 embryo’s in de uterus). Transportklinieken doen fase 1 en 2, terwijl satellietklinieken alleen fase 1 verrichten.
Het aantal transport- en satellietklinieken en…
Reacties