Samenvatting
- Bij de meeste van de ruim 2000 nieuwe gevallen van hoofd-halstumoren die per jaar in Nederland worden gediagnosticeerd, gaat het om een plaveiselcelcarcinoom. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn tabak- en alcoholgebruik. De patiënt met een plaveiselcelcarcinoom in de bovenste voedings- en luchtweg is meestal boven de 40 jaar.
- De aard van de klachten van een carcinoom in het hoofd-halsgebied wordt vooral bepaald door de precieze lokalisatie van het gezwel. De klachten zijn vaak weinig kenmerkend, met uitzondering van die van stembandcarcinomen (plotseling optredende en aanhoudende heesheid). Heesheid die langer dan 3 weken bestaat, is een indicatie voor laryngoscopisch onderzoek.
- Vooral de in de mondholte voorkomende carcinomen - de tongranden en de mondbodem zijn voorkeurslokalisaties - kunnen door hun goede inspectiemogelijkheid vaak in een vroeg stadium worden ontdekt. De meest voorkomende klinische verschijningsvorm is een ulcus dat bij palpatie geïndureerd aanvoelt. Een mondulcus dat langer dan 3 weken bestaat, is een indicatie voor een proefexcisie.
- Globaal geldt voor alle carcinomen in het hoofd-halsgebied dat ontdekking in een stadium waarin de tumor nog klein is, een zeer gunstige invloed heeft op de prognose.
Reacties