artikel
Onlangs werd onderzoek aangekondigd naar een mogelijke 'preventieve thuistest'. Daarmee zouden mensen zonder klachten thuis kunnen bepalen of zij mogelijk een hart-, vaat- of nierziekte hebben. Dat zou er in theorie voor kunnen zorgen dat die ziekten eerder worden opgespoord en daardoor, mogelijk, beter worden behandeld.
Om verschillende redenen ligt dat toch ingewikkelder. Zo is allereerst nog geheel onduidelijk of deze thuistest wel werkt (het onderzoek ernaar moet nog beginnen). Ten tweede moet nog worden bekeken hoe, waar en door wie het nodige vervolgonderzoek wordt verricht. En tot slot is bij ieder preventief onderzoek de vraag of de nadelen ervan wel opwegen tegen de voordelen: bij sommige mensen zal er inderdaad tijdig een diagnose worden gesteld, maar is nog onduidelijk of dat ook tot meer gezondheid leidt. Een afwijkende testuitslag zal echter ook in veel gevallen loos alarm blijken, waar de betrokkene dan alleen maar hinder van zal ondervinden.
Er verschenen daardoor verschillende kritische reacties op deze preventieve thuistest, bijvoorbeeld van arts maatschappij en gezondheid Catrien Schimmelpenninck en op de website van Dokter Media.