Samenvatting
Doel
Vaststellen van de waarde van de bepaling van foetaal fibronectine en cervixlengte om vroeggeboorte te voorspellen bij Nederlandse vrouwen die in de Nederlandse situatie doorgaans getoucheerd worden voordat verwijzing naar de 2e of 3e lijn volgt.
Opzet
Prospectieve observationele cohortstudie.
Methode
Wij includeerden zwangeren met symptomen van dreigende vroeggeboorte en een amenorroeduur van 24-34 weken, namen vaginaal vocht af voor een fibronectinebepaling en bepaalden de cervixlengte. De primaire onderzoeksuitkomst was een geboorte binnen 7 dagen na inclusie. Bij de tests werden sensitiviteit, specificiteit en een ‘receiver operating characteristics’(ROC)-curve berekend.
Resultaten
Wij includeerden 108 patiënten. Binnen 7 dagen na inclusie bevielen 13 vrouwen (12%) spontaan. De sensitiviteit van de fibronectinebepaling was 92% en de specificiteit 60%. De positief en negatief voorspellende waarde bedroegen respectievelijk 27 en 98%. Bij de vrouwen die vóór de fibronectinetest getoucheerd waren, was de voorspellende waarde van de fibronectinetest iets minder, maar het verschil was niet significant. De cervixlengtemeting had nauwelijks voorspellende waarde; echter, bij een cervixlengte van meer dan 35 mm beviel geen van de zwangeren binnen 7 dagen.
Conclusies
Bij vrouwen met een dreigende vroeggeboorte sluit een negatieve fibronectine-uitslag een bevalling binnen 7 dagen vrijwel uit. De fibronectinetest blijkt dan ook bruikbaar in de Nederlandse situatie. Bij vrouwen met een cervixlengte boven de 35 mm was de kans op een premature partus binnen 7 dagen zeer klein en bij hen kan men de fibronectinebepaling achterwege laten.
Reacties