Sinds de Duitse psychiater Emil Kraepelin in het begin van de vorige eeuw ‘depressie’ beschreef als een episodische stoornis,1 is dit de dominante opvatting. Observationeel onderzoek en interventiestudies met een relatief korte follow-upduur ondersteunen deze opvatting door te laten zien dat de meeste patiënten met een depressie opknappen en dat slechts een minderheid een chronisch beloop heeft.2,3
Samenvatting
Doel
Onderzoeken of het beloop van depressie verandert wanneer (a) de follow-upduur langer is, en (b) naast depressie successievelijk andere stemmingsstoornissen en angststoornissen, worden beschouwd als onderdeel van de uitkomstmaat.
Opzet
Longitudinale observationele cohortstudie.
Methode
Uit de ‘Nederlandse studie naar depressie en angst’ (NESDA) selecteerden we patiënten met een huidige depressie op de basismeting (n = 903) en met beschikbare gegevens van de 2-, 4- en/of 6-jaarsmeting. Aan de hand van de DSM-IV-diagnoses en gegevens uit het ‘Life chart interview’ deelden we de deelnemers in in één van de volgende vier beloopscategorieën: (1) hersteld (geen diagnose op de 2-jaarsmeting of daarna); (2) recidiverend zonder chronische episoden; (3) recidiverend met chronische episoden; of (4) consistent chronische depressie sinds de basismeting. We keken naar de verdeling van patiënten over de beloopscategorieën van een kortdurend, diagnostisch smal perspectief (over 2 jaar, alleen kijkend naar depressie) tot een langdurend, diagnostisch breed perspectief (over 6 jaar, kijkend naar depressie, dysthymie, hypomanie, manie en angst).
Resultaten
In het kortdurende, diagnostisch smalle perspectief was 58% van de deelnemers hersteld en voldeed 21% aan de criteria van een chronische episode. In het langdurende, diagnostisch brede perspectief daarentegen was maar 17% hersteld, terwijl 55% chronische episoden had.
Conclusie
Het volgen van patiënten met een depressie over een langere tijd en met een bredere uitkomstmaat (depressie en verwante psychische stoornissen in het stemmingsstoornisspectrum) laat zien dat het beloop van de depressie voor de meerderheid ongunstig en chronisch is. Het conceptualiseren van depressie als een afgebakende, episodische stoornis onderschat voor veel patiënten de ernst van het beloop en daarmee het type zorg dat geïndiceerd is.
Reacties