Vogelpest en oseltamivir; een terugblik

Opinie
J.M.D. Galama
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:1100-2
Abstract

Op 28 februari werd vastgesteld dat bij een Nederlands pluimveebedrijf klassieke vogelpest was uitgebroken. De ziekte werd veroorzaakt door een virulente H7N7-stam van het aviaire influenzavirus, een Influenza-A-virus, en bleek bijzonder besmettelijk te zijn. De epidemie verspreidde zich snel en rigoureuze maatregelen werden genomen om deze tot staan te brengen. Volgens de geldende regelgeving van de Europese Unie is inenting niet toegestaan en is men voor de bestrijding aangewezen op ruiming van de dieren. Niet alleen werden besmette dieren geruimd, maar ook gezonde dieren binnen een bufferzone met een straal van 3 km rond de infectiehaard, om zodoende de verspreiding te stoppen. Miljoenen stuks pluimvee zijn inmiddels geruimd, maar de epidemie is nog niet geheel uitgewoed en het drama heeft zich inmiddels onder andere naar België uitgebreid.

Van meet af aan was duidelijk dat het H7N7-virus ook bij mensen symptomen kan veroorzaken in de vorm van een geringe conjunctivitis, die…

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum St Radboud en Nijmeegs Universitair Centrum voor Infectieziekten (NUCI), afd. Medische Microbiologie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Contact Prof.dr.J.M.D.Galama, arts-viroloog (j.galama@mmb.umcn.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Rotterdam, juli 2003,

Onlangs publiceerde Galama in dit tijdschrift een commentaar over de toepassing van oseltamivir bij personen die tijdens de vogelpestepidemie eerder dit jaar contact hadden met pluimvee dat besmet was met het influenza-A(H7N7)-virus (2003:1100-2). Daarin stelt hij onder meer: ‘Bedacht moet worden dat oseltamivir niet geregistreerd is voor profylactisch gebruik . . .’. Wij willen hierbij deze misvatting corrigeren. Eind vorig jaar is oseltamivir (Tamiflu) in Nederland geregistreerd voor de preventie van influenza bij volwassenen en adolescenten vanaf 13 jaar na contact met een patiënt waarbij influenza klinisch is vastgesteld (preventie na blootstelling). Het middel moet tenminste 7 dagen worden ingenomen; er is geen ervaring met gebruik langer dan 6 weken.1 Deze registratie liet wel degelijk grootschalig preventief gebruik van het middel toe bij de beschreven doelgroep.

J.C. de Jong
A.D.M.E. Osterhaus
Literatuur
  1. Informatorium medicamentorum. Den Haag: Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter Bevordering der Pharamacie; 2003. p. 355.