Samenvatting
- In Europa is het wettelijk verplicht dat van een nieuw voedingsmiddel eerst de veiligheid voor de consument bepaald wordt, voordat het op de markt wordt toegelaten.
- Een nieuw voedingsmiddel is een voedingsmiddel of voedselingrediënt dat niet vóór 1997 in significante mate op de Europese markt was en dat tot een van de categorieën in de betreffende Europese verordening behoort.
- De procedure om de veiligheid te bepalen gaat via een zogenoemde autorisatieaanvraag. De firma stelt een veiligheidsdossier samen waarin verslag wordt gedaan van kenmerken, toxicologisch onderzoek en ander bewijsmateriaal.
- De firma dient het dossier in bij de bevoegde autoriteit in een van de Europese lidstaten, in Nederland is dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze autoriteit verzorgt een eerste beoordeling, uitgevoerd door een speciale instantie; in Nederland is dit de Commissie Veiligheidsbeoordeling Nieuwe Voedingsmiddelen (commissie VNV) binnen de Gezondheidsraad. Daarna kunnen de andere lidstaten een tweede beoordeling uitvoeren. Uiteindelijk besluiten de lidstaten tezamen over eventuele markttoelating.
- De beoordeling door de commissie VNV gaat volgens een stapsgewijze benadering: voor elke autorisatieaanvraag wordt individueel bekeken wat nodig is aan onderzoeksgegevens om tot een eindoordeel te komen.
- Voor producten die wezenlijk gelijkwaardig zijn aan een bestaand voedingsmiddel bestaat een verkorte ‘notificatieprocedure’.
- De commissie VNV opereert zo transparant mogelijk. De dossiers liggen ter inzage, de adviezen van de commissie zijn openbaar en commissieleden geven inzicht in hun belangen.
Reacties