Vitamine D-suppletie bij ouderen: advies en praktijk

Onderzoek
Victor G.M. Chel
Petra J.M. Elders
Margot L.M. Tuijp
Henk H. van den Berg
Karen I. van Drongelen
Regine C. Siedenburg
Marcel E. Ooms
Paul T.A. Lips
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A5779
Abstract

Samenvatting

Doel

In 2008 publiceerde de Gezondheidsraad een advies met betrekking tot vitamine D-suppletie aan ouderen. Desondanks is bij het ministerie van VWS en het Voedingscentrum het vermoeden gerezen dat vitamine D-suppletie bij ouderen nog onvoldoende plaatsvindt. Wij wilden nagaan in hoeverre huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde het gezondheidsraad-advies ook daadwerkelijk opvolgen.

Opzet

Enquêteonderzoek

Methode

Wij hebben alle specialisten ouderengeneeskunde in Nederland een korte enquête gestuurd en daarnaast enige vragen voorgelegd aan huisartsen op een netwerkbijeenkomst van het Academisch Netwerk Huisartsgeneeskunde van het VUmc te Amsterdam.

Resultaten

Ruim twee derde van de respondenten, zowel specialisten ouderengeneeskunde als huisartsen, is bekend met het suppletieadvies van de Gezondheidsraad, maar ongeveer de helft suppleert niet op momenten dat het wel zou moeten. Voor zover zij wel suppleren, geeft ongeveer de helft van de specialisten en een vijfde van de huisartsen een te lage dosis.

Conclusie

Specialisten ouderengeneeskunde en huisartsen houden zich onvoldoende aan de adviezen van de Gezondheidsraad. De vitamine D-suppletieadviezen hebben nog te weinig draagvlak onder zorgverleners en zijn nog te weinig bekend.

Auteursinformatie

Verpleeg-, behandel- en huntingtoncentrum Topaz Overduin, Katwijk.

VUmc, Amsterdam.

Afd. Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde: dr. P.J.M. Elders, huisarts.

EMGO-instituut: dr. M.E. Ooms, arts-epidemioloog; prof.dr. P.T.A.M. Lips, internist-endocrinoloog (tevens: afdeling Interne Geneeskunde).

M.L.M. Tuijp, kaderhuisarts ouderengeneeskunde, Utrecht.

Voedingscentrum, Den Haag.

Dr. H.H. van den Berg, voedingskundige; K.I. van Drongelen, voedingskundige-diëtist.

De Mensen Apotheek, Sassenheim.

R.C. Siedenburg, apotheker

Contact V.G.M. Chel (v.chel@topaz.nl)

Verantwoording

Belangenconflict en financiële ondersteuning: formulieren met belangenverklaringen zijn beschikbaar bij dit artikel op www.ntvg.nl (zoeken op A5779; klik op ‘Belangenverstrengeling’).
Aanvaard op 6 juni 2013

Auteur Belangenverstrengeling
Victor G.M. Chel ICMJE-formulier
Petra J.M. Elders ICMJE-formulier
Margot L.M. Tuijp ICMJE-formulier
Henk H. van den Berg ICMJE-formulier
Karen I. van Drongelen ICMJE-formulier
Regine C. Siedenburg ICMJE-formulier
Marcel E. Ooms ICMJE-formulier
Paul T.A. Lips ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Hans
van Beek

Kleine kinderen krijgen extra vitamine D en ouders betalen daarvoor. Ook voor ouderen zou moeten gelden dat zij hun eigen vitamine-D-suppletie zelf regelen, maar helaas bestaan de pillen niet. Ik heb ter oriëntatie wel eens bij drogisten gezocht naar Vitamine-D-tabletjes van 20 mcg. De hoogste dosis die ik ooit heb gevonden is 5 mcg in een multivitaminepreparaat.

Ik zou als huisarts graag mijn patiënten willen adviseren, maar ik vind dat het niet op recept zou moeten, net zo min als voor kinderen. Patiënten, verzorgingshuizen, familieleden etc. kunnen zelf hun vitamine-D-suppletie organiseren zonder dat het weer een taak van een dokter wordt. De middelen moeten dan wel op de markt komen. Voor kinderen is dat al tientallen jaren zo. Nu nog voor de ouderen.

 

Hans van Beek, huisarts

 

Manon
Verheul

Het assortiment vrij verkrijgbare vitamine-D-supplementen is de laatste jaren sterk toegenomen. Vrij verkrijgbare vitamine-D-supplementen zijn verkrijgbaar in 2,5, 5, 7,5, 10, 15, 20 en 25 µg vitamine D (ofwel 100-1.000 IE).

In het e-book Alles over Vitamine D van VoedingOnline is een overzicht opgenomen met alle in Nederland verkrijgbare vitamine-D-supplementen (vrij verkrijgbaar en op voorschrift).

 

Manon Verheul, diëtist VoedingOnline

 

Ik geloof dat wel, hoor. Een boek gaan ouderen er niet voor lezen en mijn zoektocht bij heel gangbare drogisterijen bracht me niet verder dan die 5 mcg. Zo zal het de ouderen ook vergaan. Het moet hun wel iets gemakkelijker gemaakt worden. Dan kunnen wij dokters ook wat gemakkelijker adviseren. Zolang het niet simpel wordt gemaakt, kùnnen dokters het ook niet goed doen en daarover ging jullie artikel.

 

Hans van Beek, huisarts

Er zijn inderdaad nog slechts een beperkt aantal preparaten verkrijgbaar met een dosering in een enkele pil of een gering aantal druppels waarmee makkelijk 10 tot 20 microgram vitamine D kan worden ingenomen. Voor de dosering van vrij verkrijgbare vit D supplementen geldt het Warenwetbesluit Voedingssupplementen en hierin wordt als maximale dagdosis voor vitamine D 25 μg aangehouden.  De maximale doseringen moeten formeel in Europees verband nog worden vastgesteld. Omdat hogere doseringen nog niet in alle EU-lidstaten zijn toegestaan, en veel supplementleveranciers voor de Europese markt produceren, bevatten veel supplementen nog steeds lagere doseringen (2,5 - 5 μg). Wel worden de nieuwe suppletieadviezen op de meeste verpakkingen vermeld.   Een complicerende factor, en potentiële bron van misverstand bij de consument, is dat in de EU regelgeving als aanbevolen norm voor de etikettering van voedingsmiddelen en supplementen nog steeds 5 mcg wordt aangehouden, in plaats van de (nieuwe) voedingsnorm van de Gezondheidsraad, i.e. 10/20 μg.
Via Vitamine D folder  is een in het kader van de SALT-osteoporosestudie opgestelde folder te bekijken waarin de meeste beschikbare drogisterijartikelen beschreven staan met de daarbij behorende dosering.

Belangrijk blijft hierbij toch wel de adviserende rol van de huisarts:

een wezenlijk verschil tussen suppletie bij kinderen en ouderen is namelijk dat ouders op het consultatiebureau geadviseerd worden t.a.v. vit D suppletie. Naar de compliance wordt -als het goed is- bij elk volgend bezoek gevraagd.

Bij thuiswonende ouderen is er –nog- geen instantie die dit zou kunnen doen, terwijl suppletie in deze groep nog niet vanzelfsprekend gevonden wordt.

Voorlichting bij ouderen is  daarom ons inziens sowieso de taak van de huisarts en gezien de huidige verkrijgbaarheid in combinatie met de klinische ervaring dat therapietrouw groter is met een recept, valt er zeker ook te pleiten voor het voorschrijven ervan.

 

namens de auteurs, Victor Chel