Samenvatting
Doel
In 2008 publiceerde de Gezondheidsraad een advies met betrekking tot vitamine D-suppletie aan ouderen. Desondanks is bij het ministerie van VWS en het Voedingscentrum het vermoeden gerezen dat vitamine D-suppletie bij ouderen nog onvoldoende plaatsvindt. Wij wilden nagaan in hoeverre huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde het gezondheidsraad-advies ook daadwerkelijk opvolgen.
Opzet
Enquêteonderzoek
Methode
Wij hebben alle specialisten ouderengeneeskunde in Nederland een korte enquête gestuurd en daarnaast enige vragen voorgelegd aan huisartsen op een netwerkbijeenkomst van het Academisch Netwerk Huisartsgeneeskunde van het VUmc te Amsterdam.
Resultaten
Ruim twee derde van de respondenten, zowel specialisten ouderengeneeskunde als huisartsen, is bekend met het suppletieadvies van de Gezondheidsraad, maar ongeveer de helft suppleert niet op momenten dat het wel zou moeten. Voor zover zij wel suppleren, geeft ongeveer de helft van de specialisten en een vijfde van de huisartsen een te lage dosis.
Conclusie
Specialisten ouderengeneeskunde en huisartsen houden zich onvoldoende aan de adviezen van de Gezondheidsraad. De vitamine D-suppletieadviezen hebben nog te weinig draagvlak onder zorgverleners en zijn nog te weinig bekend.
Vitamine D-suppletie bij ouderen
Kleine kinderen krijgen extra vitamine D en ouders betalen daarvoor. Ook voor ouderen zou moeten gelden dat zij hun eigen vitamine-D-suppletie zelf regelen, maar helaas bestaan de pillen niet. Ik heb ter oriëntatie wel eens bij drogisten gezocht naar Vitamine-D-tabletjes van 20 mcg. De hoogste dosis die ik ooit heb gevonden is 5 mcg in een multivitaminepreparaat.
Ik zou als huisarts graag mijn patiënten willen adviseren, maar ik vind dat het niet op recept zou moeten, net zo min als voor kinderen. Patiënten, verzorgingshuizen, familieleden etc. kunnen zelf hun vitamine-D-suppletie organiseren zonder dat het weer een taak van een dokter wordt. De middelen moeten dan wel op de markt komen. Voor kinderen is dat al tientallen jaren zo. Nu nog voor de ouderen.
Hans van Beek, huisarts
Vitamine D-suppletie bij ouderen
Het assortiment vrij verkrijgbare vitamine-D-supplementen is de laatste jaren sterk toegenomen. Vrij verkrijgbare vitamine-D-supplementen zijn verkrijgbaar in 2,5, 5, 7,5, 10, 15, 20 en 25 µg vitamine D (ofwel 100-1.000 IE).
In het e-book Alles over Vitamine D van VoedingOnline is een overzicht opgenomen met alle in Nederland verkrijgbare vitamine-D-supplementen (vrij verkrijgbaar en op voorschrift).
Manon Verheul, diëtist VoedingOnline
Vitamine D-suppletie bij ouderen, sterkte tabletten
Ik geloof dat wel, hoor. Een boek gaan ouderen er niet voor lezen en mijn zoektocht bij heel gangbare drogisterijen bracht me niet verder dan die 5 mcg. Zo zal het de ouderen ook vergaan. Het moet hun wel iets gemakkelijker gemaakt worden. Dan kunnen wij dokters ook wat gemakkelijker adviseren. Zolang het niet simpel wordt gemaakt, kùnnen dokters het ook niet goed doen en daarover ging jullie artikel.
Hans van Beek, huisarts
Vitamine D-suppletie bij ouderen, sterkte tabletten (2)
Het e-book Alles over Vitamine D is bedoeld voor artsen, diëtisten en apothekers. Zij kunnen in dit e-book de beschikbare preparaten opzoeken en hierover advies geven aan hun patiënten/cliënten. Meer informatie is te vinden op www.voedingonline.nl.
Manon Verheul, diëtist VoedingOnline
Verkrijgbaarheid vitamine D-suppletie (antwoord auteurs)
Er zijn inderdaad nog slechts een beperkt aantal preparaten verkrijgbaar met een dosering in een enkele pil of een gering aantal druppels waarmee makkelijk 10 tot 20 microgram vitamine D kan worden ingenomen. Voor de dosering van vrij verkrijgbare vit D supplementen geldt het Warenwetbesluit Voedingssupplementen en hierin wordt als maximale dagdosis voor vitamine D 25 μg aangehouden. De maximale doseringen moeten formeel in Europees verband nog worden vastgesteld. Omdat hogere doseringen nog niet in alle EU-lidstaten zijn toegestaan, en veel supplementleveranciers voor de Europese markt produceren, bevatten veel supplementen nog steeds lagere doseringen (2,5 - 5 μg). Wel worden de nieuwe suppletieadviezen op de meeste verpakkingen vermeld. Een complicerende factor, en potentiële bron van misverstand bij de consument, is dat in de EU regelgeving als aanbevolen norm voor de etikettering van voedingsmiddelen en supplementen nog steeds 5 mcg wordt aangehouden, in plaats van de (nieuwe) voedingsnorm van de Gezondheidsraad, i.e. 10/20 μg.
Via Vitamine D folder is een in het kader van de SALT-osteoporosestudie opgestelde folder te bekijken waarin de meeste beschikbare drogisterijartikelen beschreven staan met de daarbij behorende dosering.
Belangrijk blijft hierbij toch wel de adviserende rol van de huisarts:
een wezenlijk verschil tussen suppletie bij kinderen en ouderen is namelijk dat ouders op het consultatiebureau geadviseerd worden t.a.v. vit D suppletie. Naar de compliance wordt -als het goed is- bij elk volgend bezoek gevraagd.
Bij thuiswonende ouderen is er –nog- geen instantie die dit zou kunnen doen, terwijl suppletie in deze groep nog niet vanzelfsprekend gevonden wordt.
Voorlichting bij ouderen is daarom ons inziens sowieso de taak van de huisarts en gezien de huidige verkrijgbaarheid in combinatie met de klinische ervaring dat therapietrouw groter is met een recept, valt er zeker ook te pleiten voor het voorschrijven ervan.
namens de auteurs, Victor Chel