Zie ook de artikelen op bl. 1838, 1869 en 1875.
Dames en Heren,
Het overwegen van alle mogelijke ziektebeelden binnen een differentiële diagnose is, zeker voor een generalist als de huisarts, in de dagelijkse praktijk niet te realiseren. Dit geldt ook voor tuberculose. Niet alleen komt deze ziekte in ons land, met name onder autochtone Nederlanders, weinig voor, maar het symptomenbeeld en de uitslagen van fysisch-diagnostisch onderzoek zijn vaak niet erg specifiek. Dit kan ertoe leiden dat de arts pas laat denkt aan deze aandoening, waardoor er vertraging bij de diagnostiek plaatsvindt. Binnen een bepaalde context echter zou tuberculose, ook de extrapulmonale vormen ervan, bij de differentiële diagnostiek de aandacht verdienen. Het (chronische) beloop van de klachten, de (etnische) achtergrond van de patiënt of een gerapporteerd contact met een tuberculosepatiënt kan de geconsulteerde arts helpen om de juiste diagnose te stellen.
Laboratoriumonderzoek en beeldvormende diagnostiek zijn echter eveneens…
Reacties