Samenvatting
- Door gezinsplanning krijgen steeds meer Nederlandse vrouwen hun eerste kind tussen hun 25e en 35e jaar. Ook in vergelijking met vrouwen in 13 andere lidstaten van de Europese Unie krijgen zij op oudere én op jongere leeftijd minder kinderen.
- Moeders die nu hun eerste kind krijgen, zijn gemiddeld 29,4 jaar oud, 5 jaar ouder dan moeders die in 1970 hun eerste kind kregen. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de afname van het aantal jonge moeders.
- In 2006 kreeg 7,0 van de vruchtbare vrouwen hun eerste kind na de 36e verjaardag, 4,7 meer dan in 1970. De ongewenste kinderloosheid steeg met 0,9 door het uitstellen van het krijgen van het eerste kind.
- Het krijgen van kinderen vóór het 23e levensjaar mag niet worden aangemoedigd, gezien het verhoogde risico op sociale achterstand en de hiermee samenhangende kans op gezondheidsschade voor moeder en kind.
- Bij gezinsplanning moeten vrouwen rekening houden met een afname van de vruchtbaarheid na hun 35e. Het plannen van kinderen krijgen tussen het 25e en 35e jaar is een verstandige keuze.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1507-12
Reacties