Samenvatting
Doel
Onderzoek naar de samenhang tussen het gewichtsverloop en de sterfte bij verpleeghuispatiënten van 65 jaar en ouder, rekening houdend met leeftijd, geslacht en hoofdaandoening.
Opzet
Beschrijvend longitudinaal onderzoek.
Plaats
Verpleeghuis De Bieslandhof te Delft.
Methode
Van 1 april 1987 tot 1 april 1989 werd bij nieuw opgenomen verpleeghuispatiënten vanaf de opname tot 3 jaar daarna elke 3 maanden het lichaamsgewicht gemeten. Ook het eventuele overlijden of ontslag in deze periode werd geregistreerd. De invloed van opnamegewicht, geslacht, leeftijd en diagnosecategorie (psychogeriatrisch, neurologisch, orthopedisch, oncologisch, overig) op overlijden werd geanalyseerd met univariate Cox-regressieanalyse. Het effect van de tijdsafhankelijke covariabele ‘gewicht’ op het overlijden in het verpleeghuis werd geanalyseerd met een gecombineerde logistische regressieanalyse per interval van 3 maanden.
Resultaten
Het gemiddelde gewicht van de vrouwen steeg van 59,7 kg (n = 194) bij opname naar 63,7 kg (n = 57) 3 jaar later, en dat van mannen van 64,7 kg (n = 70) naar 70,3 kg (n = 11), hetgeen het gevolg was van de lage gewichten van de patiënten die overleden. In de eerste 3 maanden van opname was de sterfte hoog (14) en deze had alleen een statistisch significant verband met de hoofdaandoening. Daarna bestond er een significant verband tussen overlijden en gewicht, gewichtsverandering, leeftijd en geslacht: het risico op overlijden was groter voor patiënten met een lager gewicht, met gewichtsverlies, met een hogere leeftijd of van het mannelijk geslacht.
Conclusie
Verpleeghuispatiënten hebben, na de eerste 3 maanden opname, een verhoogd risico op overlijden bij een laag gewicht of gewichtsverlies.
Reacties