Veronderstelde van lipideverandering onafhankelijke effecten van statinen vooralsnog niet klinisch relevant

Opinie
A.F.H. Stalenhoef
C.D.A. Stehouwer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:308-10
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 316.

In dit nummer maken Visseren et al. melding van effecten van cholesterolsyntheseremmers (3-hydroxy-3-methylglutaryl-coënzym-A(HMG-CoA)-reductaseremmers), anders dan beïnvloeding van serumlipiden, die mogelijk bijdragen aan de reductie van cardiovasculaire gebeurtenissen tijdens het gebruik van deze middelen.1 Sinds 1996 zijn diverse overzichtsartikelen gepubliceerd waarin deze hypothese wordt geponeerd, waarbij verschillende zogenaamde cholesterolonafhankelijke effecten van statinen de revue passeren.2-5

De bewijsvoering voor zulke cholesterolonafhankelijke effecten berust voor een belangrijk deel op sub- en heranalysen van klinische trials. Men dient zich te realiseren dat zulke subanalysen (en zeker vergelijkingen tussen trials) veel minder betrouwbaar zijn dan de hoofdanalysen. Bij de subanalysen gaat namelijk het randomisatie-element verloren, waardoor veel gemakkelijker vertekening kan optreden door niet-gemeten factoren (waarvoor dus ook niet gecorrigeerd kan worden). Een ander argument betreft de effecten die statinen zouden hebben op zogenoemde surrogaatmarkers voor atherotrombotisch risico, zoals die op endotheelfuncties en op plasmaspiegels van plasminogeenactivatorinhibitor-1…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis St.-Radboud, afd. Algemene Interne Geneeskunde, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Prof.dr.A.F.H.Stalenhoef, internist.

Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit, afd. Algemene Interne Geneeskunde, Amsterdam.

Dr.C.D.A.Stehouwer, internist.

Contact prof.dr.A.F.H.Stalenhoef

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties