Samenvatting
Doel
Het bepalen van de klinische effectiviteit en de mogelijk nadelige effecten van ruggenmergstimulatie bij de behandeling van chronische posttraumatische dystrofie.
Opzet
Retrospectief.
Methode
Alle 23 patiënten met ernstige pijn door chronische posttraumatische dystrofie die in de periode 1991-1996 werden behandeld, werden geïncludeerd. Het ruggenmergstimulatiesysteem werd alleen geïmplanteerd na een succesvolle periode van proefstimulatie gedurende 1 week. De pijnintensiteit, gemeten met een visuele analoge schaal (VAS) van 10 cm (0 = geen pijn; 10 = maximale pijn), werd bepaald vóór behandeling, 1 maand na implantatie en aan het einde van de follow-upperiode. Aan het einde van de follow-upperiode beoordeelden alle patiënten het globale effect van de behandeling op een niet-continue 7-puntsschaal.
Resultaten
Van de 23 patiënten bemerkten 18 een verbetering gedurende de proefstimulatie (78). De resterende 5 patiënten ondergingen geen implantatie. Complicaties na implantatie traden op bij 9 van de 18 patiënten (50). Bij 3 patiënten werd het systeem uiteindelijk weer verwijderd (17). Aan het einde van de follow-upperiode (gemiddeld 32 maanden; uitersten: 6-79) hadden 15 patiënten een geïmplanteerd stimulatiesysteem. De gemiddelde VAS-score van deze patiënten was gedaald van 7,9 naar 5,4 (p < 0,001). Bij de andere 8 patiënten veranderde de VAS-pijnscore niet significant. Van de 23 patiënten meenden 13 (57) met een stimulatiesysteem dat hun toestand veel verbeterd of verbeterd was; bij hen werd de behandeling als succesvol beschouwd.
Conclusie
In dit retrospectieve onderzoek bemerkte een meerderheid van patiënten met chronische posttraumatische dystrofie een verbetering door implantatie van een elektrisch ruggenmergstimulatiesysteem.
Reacties