Samenvatting
Doel
Vergelijking van zwangerschappen en bevallingen tussen tieners en vrouwen van 20-29 jaar.
Opzet
Observationeel.
Plaats
Nederland.
Methode
Met behulp van gegevens van de Landelijke Verloskunde Registratie (LVR) van 1989 werden 4500 tienerzwangerschappen bestudeerd. Onderzocht werd of zwangerschappen en bevallingen van tieners anders verlopen dan die van vrouwen van 20-29 jaar, alsmede of laag geboortegewicht, vroeggeboorte en groeivertraging meer of minder vaak voorkomen bij tieners in vergelijking met oudere vrouwen.
Resultaten
Vrouwen van 13-19 jaar hadden een 1,5 maal grotere kans op vroeggeboorte dan vrouwen van 20-29 jaar (p < 0,0001), maar geen duidelijk vergroot risico voor groeivertraging. In de groep van 13-17 jarigen bestond een 4 maal vergroot risico voor intra-uterien overlijden van het kind en in de groep van 18-19 jarigen een 2 maal vergroot risico (p < 0,0001). Deze resultaten werden bij zowel allochtone als autochtone tieners gevonden. De bevalling bij tieners verliep vaker spontaan, sneller en met minder kunstgrepen dan bij vrouwen van 20-29 jaar (p < 0,001).
Conclusie
Zelfs in Nederland, met het kleinste percentage tienerzwangerschappen in de westerse wereld en een prenatale zorg die in het algemeen als adequaat wordt beoordeeld, hebben zwangerschappen van tieners slechtere uitkomsten dan die van oudere vrouwen. Aangezien wij geen gegevens hadden over leefstijl, culturele achtergrond en socio-economische status is nader onderzoek naar de invloed van deze indicatoren op de uitkomsten van tienerzwangerschappen gewenst.
Reacties