Samenvatting
Bij een pasgeboren meisje ontstond een verlengde QTc-tijd, die werd toegeschreven aan het gebruik van cisapride. Het meisje was geboren na een zwangerschapsduur van 32 1/7 week en kreeg op de leeftijd van 7 weken cisapride (0,8 mg/kg/dag) vanwege het optreden van gastro-oesofageale reflux, waarop een verlengde QTc-tijd tot 485 ms berekend werd. Na staken van de behandeling met cisapride werd de QTc-tijd binnen enkele weken weer normaal. Vóór het cisapridegebruik was een normale QTc-tijd waargenomen. Gezien het risico van hartgeleidingsstoornissen en mogelijke hartritmestoornissen tijdens gebruik van cisapride door pasgeborenen, is het verstandig om vooraf te controleren op mogelijke risicofactoren, zoals elektrolytafwijkingen en congenitale QT-verlenging en met behulp van een ECG eventuele hartgeleidings- en hartritmestoornissen op te sporen. Voorzichtigheid is geboden bij toediening van cisapride aan pasgeborenen - en volwassenen - met aandoeningen die kunnen leiden tot QT-verlenging, zoals niet-gecorrigeerde elektrolytenbalans en aangeboren QT-verlenging. Voorzichtigheid is ook op zijn plaats bij gelijktijdig gebruik van medicatie waarvan bekend is dat deze eveneens het QT-interval kan verlengen.
Reacties