artikel
De laatste decennia is de verblijfsduur van patiënten in het ziekenhuis gestaag gedaald. Verschillende factoren hebben hieraan bijgedragen: medisch-technische ontwikkelingen, ruimere mogelijkheden voor poliklinische en dagbehandelingen en de toegenomen faciliteiten voor thuisbehandeling. Daarnaast spelen ook financiële prikkels in toenemende mate een rol. De trend tot ligduurverkorting zet zich nog steeds voort en de vraag rijst waar de grens wordt bereikt, met andere woorden wanneer ongewenste neveneffecten zullen optreden. De weinige studies die de relatie tussen de duur van het ziekenhuisverblijf en mogelijke ongewenste neveneffecten hebben bestudeerd, geven geen eenduidig beeld.
Baker et al. onderzochten de dossiers van ruim 80.000 ‘Medicare’-patiënten die gedurende de jaren 1991-1997 behandeld waren in 30 ziekenhuizen in het noordoosten van Ohio met de volgende diagnosen: myocardinfarct, hartfalen, tractus-digestivusbloeding, ‘chronic obstructive pulmonary disease’, pneumonie en cerebrovasculair accident.1 In deze periode daalde de gemiddelde ligduur met 2-4 dagen voor de verschillende groepen, tot gemiddeld 5-7 dagen. De vraag was of patiënten met een kortere dan de verwachte ligduur een groter risico liepen op heropname of sterfte binnen 30 dagen. Patiënten werden gestratificeerd in percentielen naar de verwachte ligduur, waarbij als referentiepunt de ligduur van 1991-1992 werd genomen. Patiënten die al vroeg tijdens de opname (na
De uitkomst was dat in alle groepen het aantal heropnamen niet was toegenomen, uitgezonderd de groep met hartfalen. Bij de patiënten met hartfalen werd een toename van het aantal heropnamen gezien van 15. De sterfte bleef stabiel in de onderzoeksperiode. Hierop bestond één uitzondering, namelijk voor de patiënten die al vroeg tijdens de ziekenhuisopname een code ‘niet reanimeren’ kregen. In deze groep nam de 30-daagse sterfte na ontslag toe van 21 naar 72. Het is aannemelijk dat hierbij andere factoren in het spel zijn dan het vervroegde ontslag, namelijk het staken van medisch niet zinvol geacht handelen en de verbeterde opvangmogelijkheden voor patiënten buiten het ziekenhuis in de laatste fase van hun ziekte.
De auteurs concluderen dat er geen aanwijzingen zijn dat de aanzienlijke verlaging van de ligduur in deze periode ten koste gaat van de gezondheid van patiënten, uitgezonderd de patiënten met hartfalen. Of het vervroegde ontslag zorgt voor een toegenomen morbiditeit die zich niet uit in heropnamen of sterfte hebben de onderzoekers niet onderzocht. Met enige zekerheid kan gesteld worden dat voor grote groepen patiënten de ligduur zonder risico verkort kan worden. Dat dit niet voor iedere categorie patiënten opgaat, wordt aangetoond voor de patiënten met hartfalen.
Reacties