Samenvatting
Achtergrond
De concentratie van carbohydraatantigeen 19-9 (CA19-9) wordt veelvuldig bepaald om pancreatobiliaire tumoren te stadiëren of om het effect van de behandeling van dergelijke tumoren te monitoren. Ook benigne ziekten kunnen gepaard gaan met een verhoogde CA19-9-concentratie, maar een extreme verhoging is daarbij uitzonderlijk.
Casus
Een 84-jarige man werd op de SEH gediagnosticeerd met ‘cholecystitis’, waarvoor hij conservatief behandeld werd met antibiotica. Na 5 weken kwam patiënt op de polikliniek met onverklaarde icterus. Aanvullend beeldvormend onderzoek toonde aanwijzingen voor een maligniteit en de CA19-9-concentratie was 4240 kU/l. Wij vermoedden dat er sprake was van een pancreatobiliaire maligniteit. Bij ERCP werd echter obstructieve choledocholithiasis geconstateerd, waarna wij een laparoscopische cholecystectomie verrichtten. Op basis van histopathologisch onderzoek van de galblaas werd de diagnose ‘xanthogranulomateuze cholecystitis’ gesteld. Na de operatie daalde de CA19-9-concentratie en herstelde patiënt vlot.
Conclusie
Een sterk verhoogde CA19-9-concentratie is niet bewijzend voor een pancreatobiliaire maligniteit. Onze casus onderstreept dat CA19-9 geen ideale tumormarker is en dat de uitslag van een CA19-9-bepaling dan ook met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd moet worden.
Reacties