Samenvatting
Door effectieve antiretrovirale therapieën overlijden patiënten met hiv tegenwoordig vaker door oorzaken die niet aan hiv gerelateerd zijn, zoals hart- en vaatziekten.
Hiv-patiënten hebben een hoger risico op hart- en vaatziekten, zowel door de hiv-infectie als door de behandeling daarvan.
Het hiv-virus is atherogeen en ‘highly active antiretroviral therapy’ (HAART) leidt tot dyslipidemie en insulineresistentie.
Voor de behandeling van cardiovasculaire risicofactoren bij hiv-patiënten zouden vergelijkbare behandeldoelen moeten gelden als voor patiënten zonder hiv; in de huidige richtlijnen staan echter minder strenge streefwaarden voor lipiden bij hiv-patiënten.
Bij de behandeling van cardiovasculaire risicofactoren dient men rekening te houden met interacties tussen sommige statines en antiretrovirale middelen.
Reacties