Samenvatting
Doel
Het verkrijgen van een gedetailleerd actueel inzicht in de geografische verspreiding en het vóórkomen van tekenbeten en Lyme-borreliose in Nederland en het in kaart brengen van regionale verschillen in ecologische risicofactoren.
Opzet
Retrospectief vragenlijstonderzoek.
Plaats
Alle Nederlandse huisartsenpraktijken.
Methoden
In april 2002 werden alle Nederlandse huisartsen aangeschreven met het verzoek om een vragenlijst in te vullen over het aantal consulten voor tekenbeten en erythema migrans en de praktijkomvang in 2001. Het verband met mogelijke risicofactoren werd onderzocht op gemeenteniveau. De uitkomsten van de analysen werden vergeleken met die van een eerder onderzoek uit 1995.
Resultaten
De respons van de huisartsen was 64,5 (4730/7330). Huisartsen rapporteerden dat zij in 2001 ongeveer 61.000 patiënten hadden gezien voor een tekenbeet en 12.000 voor erythema migrans. De incidentie van erythema migrans werd geschat op 73 per 100.000 inwoners. Er waren duidelijke risicogebieden. Het vóórkomen van tekenbeten en erythema migrans was op gemeenteniveau positief gekoppeld met het oppervlak bos, zandgrond, het aantal reeën en het aantal toeristenovernachtingen. Er werd een negatief verband gevonden met de mate van verstedelijking. Toename van toerisme in tekenrijke gebieden, nieuw bos in urbaan gebied en de toename van paarden waren positief gekoppeld met de toename in tekenbeten en erythema migrans sinds 1994.
Conclusie
Het aantal consulten voor tekenbeten en erythema migrans verdubbelde tussen 1994 en 2001. Deze toename leek samen te hangen met veranderingen in omgevingsfactoren en menselijk gedrag. Het aantal gevallen van Lyme-borreliose kan worden teruggebracht door het geven van jaarlijks herhaalde preventieve voorlichting over het vóórkomen en verwijderen van aangehechte teken en de herkenning door patiënten van erythema migrans.
Reacties