Samenvatting
- Het antifosfolipidensyndroom (APS) is een auto-immuunsyndroom dat wordt gedefinieerd door trombose of zwangerschapscomplicaties in aanwezigheid van antifosfolipidenantistoffen. Er zijn daarnaast ook andere uitingen van APS, de zogenoemde ‘non-criteria’ manifestaties.
- Antifosfolipidenantistoffen zijn vooral gericht tegen fosfolipidenbindende plasma-eiwitten. Aanwezigheid van meerdere typen antistoffen en hoge titers van deze antistoffen geven een hoger risico op trombose. De oorsprong en het precieze protrombotische mechanisme van de antistoffen is niet bekend.
- De diagnose ‘APS’ betekent in sommige situaties dat langere behandeling met antistolling na een veneuze trombo-embolie is geïndiceerd. Goede evidence voor de optimale aanpak ontbreekt.
- Bij patiënten met een hoog-risicoprofiel van antifosfolipidenantistoffen hebben vitamine K-antagonisten (VKA) de voorkeur boven directe orale anticoagulantia, omdat VKA beter beschermen tegen arteriële trombose.
- Het ‘number needed to screen’ in het licht van deze mogelijke behandelconsequenties is te hoog om na elke veneuze trombo-embolie APS diagnostiek te doen. In dit artikel doen wij aanbevelingen voor de indicaties voor diagnostiek.
Artikelinformatie
Aanvaard op
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2023;167:D7158
Vakgebied
Reacties