Variatie in het fertiliteitsonderzoek in Nederland

To determine how a standard infertility investigation is conducted and to determine the use of fertility tests used in such investigations in relation to WHO guidelines.

Design

Questionnaire survey.

Setting

Dutch medical schools.

Method

A questionnaire survey among the heads of all 8 university and 20 non-university teaching departments of obstetrics and gynaecology or their fertility units was conducted. One non-university department failed to respond.

Results

The examinations recommended by the WHO (general physical examination, andrological and gynaecological examination, semen analysis, ovulation detection, tubal patency testing) in general were carried out, but general physical examination of the male as a rule was only carried out if indicated. Popular routine examinations not recommended by the WHO were the postcoital test and hysterosalpingography. Regarding the postcoital test, there was variation in the time interval after coitus and the standards for spermatozoal motility.

Conclusion

Standard fertility investigations are usually based on empiricism and tradition, including the testing recommended by the WHO.

Samenvatting

Doel

Vaststellen in hoeverre het standaard-infertiliteitsonderzoek wordt uitgevoerd en op welke wijze de verschillende tests worden toegepast, in relatie tot de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).

Opzet

Enquête-onderzoek.

Plaats

Landelijk onderzoek.

Methode

Een enquête-onderzoek werd verricht onder de hoofden van alle 8 universitaire en 20 niet-universitaire afdelingen Obstetrie en Gynaecologie of van de respectievelijke subafdelingen voor infertiliteit. Van 1 niet-universitaire subafdeling werden geen gegevens verkregen.

Resultaten

De door de WHO aanbevolen onderzoeken (algemeen lichamelijk onderzoek, andrologisch en gynaecologisch onderzoek, semenanalyse, ovulatiedetectie, passageonderzoek) werden in grote lijnen gevolgd, maar algemeen lichamelijk onderzoek bij de man werd meestal slechts op indicatie verricht. Populaire routineonderzoeken die niet door de WHO worden aanbevolen, waren de post coitum-test en hysterosalpingografie. Bij de post coitum-test varieerden het tijdsinterval na de coïtus en de normen voor motiliteit van de spermatozoën.