Van gen naar ziekte; SLC3A1, SLC7A9 en cystinurie

Klinische praktijk
M.H. Breuning
N.A.T.C. Hamdy
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:245-7
Abstract

Inleiding

de ziekte

Nierstenen komen veel voor en kunnen worden veroorzaakt door hyperexcretie van slecht oplosbare moleculen, zoals calcium, oxalaat, cystine en uraat. Cystinestenen zijn goudgeel tot bruin van kleur en kunnen in grootte variëren van zandkorrels tot afgietsels van het nierbekken (figuur 1a). Cystinurie is een stoornis in de terugresorptie van cystine in de nier. Ongeveer eenderde van de symptomatische patiënten met cystinurie heeft de eerste steen al vóór het 10e levensjaar, eenderde tussen 10 en 20 jaar en eenderde daarna. De patiënt presenteert zich meestal met een niersteenkoliek en soms met een secundair ontstane urineweginfectie. Mannen hebben vaker en ernstiger klachten dan vrouwen; de symptomen zijn zeer variabel. Sommige patiënten met cystinurie hebben uitgebreide steenvorming (zie figuur 1a), terwijl een broer of zuster met een even hoge cystine-uitscheiding in de urine geen of nauwelijks klachten heeft. Het is niet bekend waardoor deze verschillen worden veroorzaakt…

Auteursinformatie

Leids Universitair Medisch Centrum, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

Centrum voor Humane en Klinische Genetica, afd. Klinische Genetica: prof.dr.M.H.Breuning, klinisch geneticus.

Afd. Endocrinologie: mw.dr.N.A.T.C.Hamdy, internist-endocrinoloog.

Contact prof.dr.M.H.Breuning

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties