Inleiding
Eerder werd in deze reeks de rol van mutaties in FGFR3, het gen voor fibroblastgroeifactorreceptor 3 (FGFR3), bij achondroplasie en andere skeletdysplasieën beschreven.1 FGFR2 behoort tot dezelfde genfamilie, maar veranderingen in dit gen leiden tot syndromen die gepaard gaan met craniosynostose. De verschillen in fenotype worden niet zozeer veroorzaakt door verschillen in de bouw van deze twee receptoren (ze zijn bijna identiek), als wel door hun weefselspecifieke expressie. Speelt FGFR3 vooral een rol bij de enchondrale ossificatie (de vorming van de pijpbeenderen), FGFR2 heeft vooral invloed op de intramembraneuze ossificatie (de vorming van de schedelbeenderen).
de ziekte
Craniosynostose is een abnormale schedelgroei ten gevolge van voortijdige sluiting van één of meerdere schedelnaden. Er bestaan meer dan 100 syndromen waarbij craniosynostose een kenmerk kan zijn. De abnormale schedelvorm kan onder andere een verhoogde intracraniële druk, proptosis bulbi, visus- en gehoorstoornissen, ontwikkelingsachterstand en psychische problemen geven. De enige behandeling…
Reacties