Inleiding
Congenitale bijnierschorshypoplasie (Mendelian Inheritance in Men (MIM), nummer 300200) is een X-gebonden recessief overervende aandoening die leidt tot bijnierschorsinsufficiëntie, hypogonadotroop hypogonadisme en infertiliteit; mannen zijn aangedaan en vrouwen zijn asymptomatische draagsters. Medio vorige eeuw verschenen de eerste casuïstische mededelingen over patiënten met het klinische beeld van een ernstige, vaak fatale bijnierschorsinsufficiëntie, bij wie pathologisch onderzoek een hypoplasie van de bijnierschors liet zien.
De diagnose ‘congenitale bijnierschorshypoplasie’ wordt meestal in de eerste levensmaanden of rond de puberteit gesteld. De presentatie van de ziekte bij een zuigeling lijkt op die van het adrenogenitaal syndroom (MIM-nummer 201910). Deze aandoening is het gevolg van een bijnierschorshyperplasie, veroorzaakt door een enzymdeficiëntie. Bij congenitale bijnierschorshypoplasie daarentegen is er een hypoplasie van de bijnierschors.
Op de zuigelingenleeftijd zijn de belangrijkste symptomen van congenitale bijnierschorshypoplasie bij presentatie spugen en groeiachterstand (‘failure to thrive’); bij aanvullend onderzoek blijken er hyponatriëmie, hyperkaliëmie en soms ook hypoglykemie te bestaan, passend…
Reacties