Inleiding
‘Evidence-based medicine’ (EBM) is een nieuw paradigma in de geneeskunde, althans volgens de groep die dat begrip gelanceerd heeft.1 Bij EBM benadrukt men, behalve het toepassen van ervaring en pathofysiologisch inzicht, ook het raadplegen van klinisch-wetenschappelijke literatuur, volgens de criteria van de klinische epidemiologie.2 Deze principes worden uitgedragen in een nieuw tijdschrift: Evidence-Based Medicine. Een krachtige bondgenoot van EBM is de Cochrane Collaboration, die systematische overzichten produceert van kennis uit gerandomiseerd onderzoek.3
Deze beweging – want zo zou men EBM kunnen noemen – is door vele medici met enthousiasme begroet; weinigen zullen de noodzaak van empirische en liefst kwantitatieve kennis voor de onderbouwing van praktijkbeslissingen ontkennen. EBM roept echter ook vragen op. Is ‘evidence’ voldoende om de dilemma's in de praktijk op te lossen? Of maakt de beschikbaarheid van evidence de rol van waardeoordelen juist duidelijker? (Bijvoorbeeld: bij ernstige stenose van de A. carotis bij een…
Reacties