Samenvatting
- Vaccinaties behoren tot de effectiefste middelen in de gezondheidszorg. Na de Tweede Wereldoorlog waren infectieziekten bij kinderen in ons land een groot probleem vanwege hun morbiditeit en sterfte. Thans zijn deze ziekten verdwenen of op een laag niveau teruggedrongen en grotendeels onder controle.
- Het huidige Rijksvaccinatieprogramma (RVP) in Nederland richt zich op 10 doelziekten. Een entpercentage van meer dan 90 voor alle vaccinaties is nodig om verspreiding van de betreffende ziekte te voorkomen. Ons land heeft altijd een relatief kleine groep religieus bezwaarden gehad die vaccinatie afwijzen. In deze groep zijn sinds de invoering van het RVP verschillende kleine epidemieën van poliomyelitis en mazelen opgetreden. De overige verspreid wonende niet-gevaccineerden zijn bij een vaccinatiegraad boven 90 beschermd door de groepsimmuniteit.
- De laatste jaren twijfelen steeds meer mensen aan nut en veiligheid van vaccinaties. Er is een wereldwijde antivaccinatie-beweging, in Nederland vertegenwoordigd door de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken (NVKP). In Nederland is de laatste jaren een lichte daling van de vaccinatiegraad zichtbaar. Het feit dat er nu een grotere spreiding van gebieden met een onvoldoende vaccinatiegraad is opgetreden, geeft reden tot zorg. Immers, bij een dalende vaccinatiegraad komen de infectieziekten met alle complicaties terug.
- Antivaccinatieargumenten met een antroposofische en homeopathische achtergrond zijn niet wetenschappelijk onderbouwd en blijken in de praktijk onjuist. Vaccinaties bij de jonge zuigeling geven geen overbelasting van het immuunsysteem en er is geen bezwaar op de leeftijd van twee maanden met vaccinatie te beginnen.
- Ouders moeten zelf beslissingen kunnen maken op basis van goede, objectieve informatie. Voorlichting over het vaccinatieprogramma is van groot belang en kan worden verbeterd. De mogelijke bijwerkingen van vaccinatie mogen bij de voorlichting niet worden verzwegen, maar moeten in het juiste perspectief worden geplaatst.
Reacties