Vaccinatie tegen Humaan papillomavirus ter preventie van baarmoederhalskanker

- Persistent infections with high-risk Human papillomavirus (HPV) can lead to cervical cancer. This fact could imply that vaccination against HPV could prevent this disease. Such vaccines could be aimed at the prevention of HPV infections or the treatment of infections, cervical intraepithelial neoplasia (CIN) and cervical cancer.

- There are two prophylactic candidate vaccines against the high risk HPV types 16 and 18, which appear to be safe and effective in preventing incidental and persistent HPV infections. Phase III studies should reveal whether these vaccines will also have long-term effects by preventing the development of CIN and eventually cervical cancer.

- The introduction of such an HPV vaccine in the Netherlands, its cost-effectiveness and introduction into the existing national vaccination programmes needs to be studied. The vaccination of girls before they become sexually active seems to be the most effective approach, although older women can also profit from prophylactic vaccination.

- The current community-based screening, possibly complemented by an HPV test, needs to be continued to identify and treat presently HPV-infected women.

- In a population with an existing community-based screening program for cervical cancer, a vaccine preventing persisting infection with high-risk HPV will further reduce the incidence of HPV-related cervical cancer.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1380-4

Samenvatting

- Persisterende infectie met een hoogrisicotype van Humaan papillomavirus (HPV) kan leiden tot baarmoederhalskanker. Dit impliceert dat vaccinatie tegen HPV het ontstaan van baarmoederhalskanker kan voorkómen. Vaccins kunnen gericht zijn op de preventie van HPV-infecties of ze kunnen therapeutisch worden gebruikt bij bestaande infecties, voorstadia van baarmoederhalskanker en baarmoederhalskanker.

- Er zijn 2 profylactische kandidaat-vaccins tegen de hoogrisico-HPV-typen 16 en 18 beschikbaar, die veilig en effectief zijn wat betreft het voorkómen van incidentele en persisterende HPV-infecties. Uit fase III-studies moet blijken of deze vaccins ook op langere termijn beschermen tegen de ontwikkeling van cervicale intra-epitheliale neoplasie en uiteindelijk baarmoederhalskanker.

- Voor de invoering van een HPV-vaccin in Nederland moeten kosteneffectiviteit en inpassing in bestaande vaccinatieprogramma’s nog worden bestudeerd. Vaccinatie van meisjes voordat zij seksueel actief worden lijkt het effectiefst, maar ook oudere vrouwen kunnen baat hebben bij profylactische vaccinatie.

- Men moet het huidige bevolkingsonderzoek, eventueel aangevuld met een HPV-test, voorlopig voortzetten om reeds geïnfecteerde vrouwen op te sporen en eventueel te behandelen.

- In een populatie met een effectief screeningsprogramma voor baarmoederhalskanker zal een vaccin dat persistente infectie van hoogrisico-HPV voorkomt de incidentie van HPV-geassocieerde baarmoederhalskanker verder reduceren.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1380-4