Voor de sterkte van chemotherapie bij kankerpatiënten moest men lange tijd rekening houden met de gevoeligheid van de hematopoëtische stamcel. Door het beschikbaar komen van hematopoëtische groeifactoren tezamen met de ontwikkeling van de reïnfusie van periferebloedstamcellen,1 is de mogelijkheid ontstaan aanzienlijk hogere doseringen cytostatica toe te dienen, al dan niet in combinatie met totale lichaamsbestraling. Op dit moment wordt perifere-bloedstamcelreïnfusie in Nederland protocollair toegepast in de eerste behandelingsfase bij patiënten met non-Hodgkin-lymfoom met ongunstige kenmerken, ziekte van Kahler, acute lymfatische en myeloïde leukemie, bij neuroblastoom bij kinderen en als adjuvante behandeling bij mammacarcinoom. Daarnaast wordt de techniek uitgevoerd bij een groot aantal verschillende aandoeningen wanneer de eerste therapie mislukt is. Deze intensieve behandelingen kunnen leiden tot het op de voorgrond treden van nieuwe vormen van toxiciteit, waaronder vasculaire afwijkingen.2 Op basis van recentelijk beschikbaar gekomen gegevens geven wij hiervan een overzicht. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt in vroeg…
Vaatafwijkingen na chemotherapie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:2296-9
Aanvaard op
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:2296-9
Vakgebied
Reacties