Het fysiologische galzuur ursodeoxycholzuur wordt tegenwoordig voorgeschreven aan patiënten met cholestatische leverziekten en galsteenlijden. Al tijdens de Tang-dynastie werd het uit berengal gewonnen galzuur gewaardeerd om zijn anticholestatische eigenschappen. Zodoende volgt een blik op de geschiedenis, het werkingsmechanisme en de huidige klinische toepassingen.
Ursodeoxycholzuur (UDCA; 3α,7β-dihydroxy-5β-cholaanzuur) is een fysiologisch galzuur dat 1-3% van de totale galzuurpool in de enterohepatische circulatie beslaat, vooral in de vorm van glycineconjugaat (GUDCA) of taurineconjugaat (TUDCA).1 Het voorvoegsel ‘urso-’ is afgeleid van ‘ursus’, het Latijnse woord voor beer. Welke geschiedenis zit daarachter?
Berengal
Al meer dan duizend jaar geleden – ten tijde van de Tang-dynastie (618-907 A.D.), toen de Chinese dichtkunst een hoogtepunt bereikte – werd UDCA in de vorm van gedroogd poeder van gal van de zwarte beer in China aanbevolen als geneesmiddel voor de behandeling van leverziekten en andere kwalen.2 In de ‘Tang Materia Medica’, de eerste farmacopee ter wereld, stond: ‘berengal die bitter smaakt, mag gebruikt worden om geelzucht te behandelen… alsmede onbehandelbare diarree in de zomer en hartpijn…’.2 UDCA beslaat – anders dan bij de mens – 60% van de totale galzuurpool in de Chinese zwarte beer en is hiermee het…
reactie
Momenteel krijgen 2 patiënten met Huntington UDCA van mij.
Nog te kort om iets over de resultaten te kunnen schrijven
De uitwerpselen van vleernuizen schijnen ook een lange historie te hebben voor de behandeling van nachtblindheid. Lang aan gezien als dom bijgeloof totdat bij onderzoek bleek dat deze een hoog gehalte aan vitamine A bevatten.
Inderdaad meer humiliteit zou onze geneeskunde "sieren"!
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/24891994/