Inleiding
Met de toenemende vergrijzing van de bevolking neemt het probleem van de urine-incontinentie grotere vormen aan. Bij een grootscheeps bevolkingsonderzoek (iedereen ouder dan 5 jaar) in Engeland in 1980 bleek dat 8,5 van de vrouwen en 3,3 van de mannen regelmatig incontinent zijn voor urine.1 Voor af en toe incontinent zijn liggen deze percentages hoger (respectievelijk 16,6 en 5,4). In Nederland zouden van de oudere personen 11 van de vrouwen en 6,9 van de mannen regelmatig incontinent voor urine zijn. Dit betekent bij een bevolkingsaantal van 1,6 miljoen personen boven de 65 jaar – zoals in Nederland – dat 116.000 vrouwen en 73.140 mannen incontinent zijn voor urine.2 Met de toenemende vergrijzing zullen deze aantallen alleen maar groter worden.
Bij de slechtste groep, d.w.z. geriatrische patiënten in een verpleeghuis, waarbij de cognitieve functies mede ten gevolge van immobilisatie vaak sterk verminderd zijn, werden percentages van incontinente personen…
Reacties