Samenvatting
Doel
Evalueren van het in 2001 geïntroduceerde darmrevalidatieprogramma voor kinderen met een kortedarmsyndroom (KDS) na uitgebreide darmresectie.
Opzet
Retrospectief cohortonderzoek.
Methode
Van alle KDS-patiënten die in de periode 2001-2009 behandeld waren volgens het darmrevalidatieprogramma, werden demografische en algemene gegevens verzameld over de aandoening en de uitkomst van de darmrevalidatie. Uitkomstmaten waren intestinale autonomie, darm- en/of levertransplantatie en overleving.
Resultaten
10 jongens en 9 meisjes, geboren bij een mediane amenorroeduur van 36 weken, werden behandeld volgens het darmrevalidatieprogramma. 8 van hen waren van elders naar ons centrum verwezen, 3 maal zo veel als in de periode 1991-2000. Oorzaken van KDS waren: atresie (n = 3), gastroschisis (n = 2), volvulus (n = 9), necrotiserende enterocolitis (n = 3) of strangulatie (n = 2). De mediane lengte van de resterende dunne darm was 35 cm (uitersten: 10-70). Bij 14 patiënten was de ileocaecale klep nog aanwezig en alle patiënten hadden nog 25% of meer van het colon. De mediane follow-up was 25 maanden (uitersten: 50 dagen-9 jaar). Na totale parenterale voeding gedurende mediaan 138 dagen (uitersten: 41 dagen-11 jaar) bereikten 16 patiënten (84%) intestinale autonomie. Complicaties gerelateerd aan een centraalveneuze lijn traden bij iedere patiënt op; leverfunctiestoornissen traden op bij 13 patiënten (68%) en groeivertraging bij 5 patiënten (26%). 1 patiënt onderging een dunnedarmverlengende operatie. Geen van de patiënten onderging een dunnedarmtransplantatie, maar in verband met darmfalen-gerelateerd leverfalen kreeg 1 patiënt een levertransplantatie. De mortaliteit was 11%: 2 patiënten overleden door abdominale sepsis.
Conclusie
De introductie van een gespecialiseerd darmrevalidatieprogramma leidde bij 84% van de patiënten met KDS tot intestinale autonomie.
Reacties