Twintig jaar coeliakie bij kinderen in Nederland: meer diagnosen en een veranderde verschijningsvorm

Onderzoek
E.K. George
M.L. Mearin
Sh.M. Kanhai
H.C.M. Franken
R.H.J. Houwen
R.A. Hirasing
J.P. Vandenbroucke
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:850-4
Abstract

Samenvatting

Doel

Vaststellen van de incidentie en de klinische verschijningsvorm van coeliakie bij kinderen in Nederland.

Opzet

Prospectief registratieonderzoek.

Plaats

Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden.

Methode

In het onderzoek werden opgenomen in Nederland geboren kinderen (0-14 jaar) met coeliakie, aangemeld bij het Nederlands Signaleringscentrum Kindergeneeskunde (NSCK) gedurende 1993-1995, bij wie tenminste één dunnedarmbiopsie een (sub)totale vlokatrofie liet zien. Deze gegevens werden gecontroleerd met de data van het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA). De resultaten werden vergeleken met die van een eerder verricht onderzoek over coeliakie bij kinderen in Nederland in de jaren 1975-1990.14

Resultaten

In totaal werden 297 coeliakiepatiënten geïdentificeerd via het NSCK en 32 via het PALGA. De gemiddelde ruwe frequentie van gediagnosticeerde coeliakie bij kinderen was 0,51/1000 levendgeborenen, hetgeen overeenkwam met de getallen in andere West-Europese landen. Deze frequentieratio was significant hoger dan de gemiddelde 0,18/1000 levendgeborenen gevonden in de jaren 1975-1990. Vanaf 1993 veranderde de klinische verschijningsvorm. Tot 1990 was deze die van klassieke coeliakie met chronische diarree, opgezette buik en afbuigende groei, vanaf 1993 werden significant minder kinderen gezien met chronische diarree en een opgezette buik en meer met gewichtsverlies, anemie en buikpijn. Met coeliakie samengaande aandoeningen werden gevonden bij 13,7 van de kinderen.

Conclusies

De incidentie van coeliakie bij kinderen in Nederland lijkt snel te zijn toegenomen gedurende de laatste jaren. Vanaf 1993 werd een verandering van de klinische presentatie waargenomen.

Auteursinformatie

Leiden Universitair Medisch Centrum, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

Afd. Kindergeneeskunde: mw.dr.E.K.George (thans: assistent-geneeskundige, Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Sophia Kinderziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, Rotterdam); mw.dr.M.L.Mearin, kinderarts; mw.Sh.M.Kanhai, medisch student.

Afd. Medische Statistiek: dr.H.C.M.Franken, statisticus.

Afd. Klinische Epidemiologie: prof.dr.J.P.Vandenbroucke, epidemioloog.

Wilhelmina Kinderziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, Utrecht.

Dr.R.H.J.Houwen, kinderarts.

TNO Preventie en Gezondheid, sector Jeugd, Leiden.

Dr.R.A.Hirasing, kinderarts.

Contact mw.dr.M.L.Mearin

Verantwoording

Dit artikel wordt afgedrukt met alle auteurs van de eerdere publicatie.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties