Samenvatting
Een 32-jarige man met in de voorgeschiedenis een niertransplantatie presenteerde zich met malaise, waterdunne diarree, misselijkheid en braken, een productieve hoest en kortademigheid. Een 42-jarige vrouw met een blanco voorgeschiedenis presenteerde zich met koorts, gewichtsverlies en buikpijn. Beiden hadden lactaatacidose en hypoglykemie. Aanvankelijk werd gedacht aan weefselhypoxie (sepsis) als oorzaak van de lactatemie. Na vloeistoftoediening persisteerde de acidose echter, waarna andere aandoeningen werden overwogen. Bij beide patiënten werd een T-cellymfoom gevonden met infiltratie van de lever. De man overleed voordat lymfoombehandeling kon worden gestart. Bij de vrouw verdween de lactaatacidose na chemotherapie, maar zij overleed daarna aan het lymfoom. Bij lactaatacidose in de aanwezigheid van voldoende zuurstofaanbod moet een lymforeticulaire maligniteit worden overwogen, zeker als er ook hypoglykemie bestaat. De lactaatacidose en de hypoglykemie ontstaan door verhoogde, anaerobe glycolyse in de tumorcellen. De lactaatacidose neemt af indien tumorreductie wordt verkregen middels chemotherapie.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:2770-3
Reacties