Twee patiënten met acute hepatitis B uit dezelfde piercingsalon

Klinische praktijk
R.A. de Man
A. Bosman
M. Stevens-Schretzmeijer
H.G.M. Niesters
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:2129-30
Abstract

Dames en Heren,

Handelingen waarbij de integriteit van de huid verbroken wordt, vormen een belangrijke risicofactor voor de overdracht van infecties. Naast medische ingrepen en acupunctuur vallen hier ook de meer cosmetische ingrepen zoals het aanbrengen van een tatoeage onder. Het doorboren van de huid voor het aanbrengen van sieraden op andere plaatsen dan het oorlelletje is relatief nieuw in de westerse cultuur. Deze ingreep, die zich veelal in een tatoeagesalon (ook wel tatoeagestudio) afspeelt, is bekend onder de term ‘het zetten van een piercing’ (er worden sieraden in de huid aangebracht nadat het kanaal is voorgeboord met een naald). In essentie valt het klassieke gaatjes prikken in de oren bij een juwelier hier ook onder.

De infectieuze complicaties van piercings en tatoeages vallen te verdelen in bacteriële en virale infecties. De bacteriële complicaties zijn met name infecties met Pseudomonas aeruginosa en Staphylococcus aureus, alhoewel ook exotischer infectieziekten als…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam.

Afd. Maag-, Darm- en Leverziekten: dr.R.A.de Man, gastro-enteroloog.

Afd. Virologie: dr.H.G.M.Niesters, moleculair-bioloog.

Gemeentelijke Gezondheidsdienst, afd. Infectieziekten, Rotterdam.

A.Bosman, arts algemene gezondheidszorg; mw.M.Stevens-Schretzmeijer, sociaal-verpleegkundige.

Contact dr.R.A.de Man (devlaming@inw2.azr.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

S.C.A.M.
Bekkers

Sittard, oktober 1999,

In de rubriek Klinische lessen beschrijven De Man et al. de ziektegeschiedenissen van 2 patiënten die geïnfecteerd werden door het hepatitis-B-virus nadat zij een piercing hadden ondergaan (1999:2129-30). Recentelijk zagen wij een bacteriële septische sacroiliitis na een piercing.1 Het ging om een 24-jarige vrouw met een vrijwel blanco voorgeschiedenis die zich presenteerde met acute pijn ter hoogte van de rechter gluteale regio gepaard gaande met koorts en koude rillingen. De pijn straalde uit naar laag in de rug en naar het proximale deel van het rechter been zonder neurologische uitval. Twee weken voor presentatie had patiënte een neuspiercing laten ‘zetten’. Zij verving deze neusring door een gouden ring. Hierna kreeg zij ulceraties en crustae in haar neus, gepaard gaande met koorts tot 39°C met pijn in de rechter sacro-iliacale regio. Bij lichamelijk onderzoek werden een bij palpatie gevoelige rug en sacro-iliacale regio gevonden zonder neurologische afwijkingen. Het laboratoriumonderzoek liet een BSE zien van 36 mm/1e uur, een waarde van C-reactieve proteïne van 158 mg/l, een leukocytenwaarde van 10 × 109/l, een normale waarde van alkalische fosfatase en een normale nierfunctie. Bij radiologisch onderzoek werden normale foto's gezien van het bekken en van de lage lumbale wervelkolom. Een botscintigrafie liet versterkte opname zien ter hoogte van het sacro-iliacale gewricht rechts. MRI van dat gebied 2 liet verwijding van het rechter sacro-iliacale gewricht zien en lokaal oedeem en compressie van de M. piriformis. Bloed- en neuskweken lieten stafylokokken (Staphylococcus aureus) zien. Patiënte werd behandeld met flucloxacilline 2 g 6 dd zonder resultaat wat betreft de pijnklachten en de koorts. Het antibiotisch beleid werd veranderd in clindamycine 300 mg 4 dd i.v. met goed resultaat.

Met deze casus willen wij nogmaals benadrukken dat postpiercinginfecties ontstaan door een niet adequate antiseptische techniek van de piercer of ten gevolge van een slechte nabehandeling. Gezien de toenemende populariteit van bodypiercing zullen medici alert moeten zijn op de mogelijk in frequentie toenemende infectieuze postpiercingcomplicaties.

S.C.A.M. Bekkers
F.P.J. Peters
Literatuur
  1. Zimmermann 3rd B, Mikolich DJ, Lally EV. Septic sacroiliitis. Semin Arthritis Rheum 1996;26:529-604.

  2. Klein MA, Winalski CS, Wax MR, Piwnica-Worms DR. MR imaging of septic sacroiliitis. J Comput Assist Tomogr 1991;15:126-32.