Tussen Scylla en Charybdis: medicamenteus geïnduceerde psychose bij patiënten met de ziekte van Parkinson

Klinische praktijk
M.A. Kuiper
W.A. Zwaan
E.Ch. Wolters
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:1353-7

Zie ook het artikel op bl. 1374.

Dames en Heren,

De medicamenteuze behandeling van patiënten met de ziekte van Parkinson wordt veelvuldig gecompliceerd door het optreden van bijwerkingen van deze medicijnen.1 Tot de belangrijkste bijwerkingen die kunnen optreden, behoren organische hallucinose en delirium, beide onderdeel van het organisch psychosyndroom. Bij de behandeling van deze bijwerkingen ontstaat een dilemma, daar de geëigende behandeling van een psychose, namelijk met neuroleptica, diametraal tegengesteld is aan de behandeling van de ziekte van Parkinson. Aan de hand van onze ervaringen met drie patiënten willen wij dit probleem illustreren.

Patiënt A, een man van 64 jaar, is een voormalige vrachtwagenchauffeur, bij wie de diagnose ‘ziekte van Parkinson’ werd gesteld in 1990. Hij had toen geringe verschijnselen en de tremor overheerste. Begin 1992, kreeg patiënt een dopamineagonist, pergolide, waarvan de dosering langzaam werd opgebouwd tot 0,5 mg 2 dd, waarop er een verbetering optrad en de…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam.

Afd. Neurologie: M.A.Kuiper, assistent-geneeskundige; dr.E.Ch. Wolters, neuroloog.

Afd. Psychiatrie: W.A.Zwaan, psychiater.

Contact M.A.Kuiper

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties