Samenvatting
Anton Tsjechow (1860-1904) was niet alleen schrijver, maar ook dokter. Men zou kunnen denken dat het in zijn leven vooral ging om het schrijven, maar hij heeft zich ook met volle inzet aan zijn dokterschap gewijd. Toen hij in 1897 op dringend medisch advies zijn praktijk moest neerleggen, beleefde hij dat als een groot verlies. Als medicus voelde hij zich vaak onzeker en had hij het idee tekort te schieten. Dat nam niet weg dat vele patiënten zijn hulp inriepen. Wellicht waren zij ook op hem gesteld vanwege zijn ongeveinsde interesse voor hun levensomstandigheden en zijn compassie. Wat zijn wetenschappelijke activiteiten betreft: zijn poging om een verslag van zijn bezoek aan de Russische strafkolonie Sachalin in 1890 als dissertatie erkend te krijgen, strandde. In velerlei opzicht was Tsjechow een hardwerkende idealist, maar een idealist zonder illusies. In 25 van Tsjechows honderden verhalen en in diverse toneelstukken komt een arts als hoofdpersoon of als een van de hoofdpersonen voor. Hoewel Tsjechow ongetwijfeld eigen ervaringen als dokter zal hebben verwerkt in zijn oeuvre, gaf hij met de weergegeven artsen geen beeld van zijn medische werkzaamheden. Een groot aantal van de beschreven artsen is gedeprimeerd, nerveus of prikkelbaar. Anderen zijn naïef en onhandig, weer anderen sceptisch, cynisch of illusieloos. In sommige portretten schemert het beeld van de dokter Tsjechow door.
Reacties