Tromboseprofylaxe bij cerebrovasculaire aandoeningen: de hoeksteen blijft acetylsalicylzuur

Opinie
M. Levi
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:423-5
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 445.

Patiënten met arterieel vaatlijden dienen antitrombotische medicatie te krijgen ter secundaire preventie van acute atherotrombotische complicaties, zoals myocardinfarct, herseninfarct of acute afsluiting van de perifere arteriën. Antitrombotische medicatie is niet alleen effectief ter voorkoming van deze vasculaire complicaties, maar leidt ook tot een reductie van de sterfte.1 De onderliggende aandoening bij patiënten met coronair vaatlijden, cerebrovasculaire ziekte, perifeer vaatlijden en andere arteriële vaatziekten is in vrijwel alle gevallen atherosclerose. Dikwijls komt bij één patiënt atherosclerose op verschillende plaatsen in het lichaam voor. Het is dan ook verleidelijk ervan uit te gaan dat het hier gaat om één ziekte, waarvoor eenzelfde preventieve en therapeutische benadering kan worden gekozen. Deze gedachte wordt onder meer ondersteund door observaties waaruit blijkt dat het treffen van maatregelen ter voorkoming van herseninfarcten bij patiënten met ‘transient ischaemic attacks’ (TIA’s) tegelijkertijd het optreden van hartinfarcten reduceert.2

Kortom…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Inwendige Geneeskunde, onderafd. Vasculaire Geneeskunde, F-4, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Contact Hr.prof.dr.M.Levi, internist (m.m.levi@amc.uva.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties