Patiënten met kanker hebben een verhoogde stollingsneiging. Het risico op het ontwikkelen van een veneuze trombose is hierdoor 4 tot 7 maal verhoogd.1,2 Deze veneuze tromboses leveren een belangrijke bijdrage aan de morbiditeit en mortaliteit onder oncologische patiënten. Tromboseprofylaxe kan veneuze trombose en de hieraan gerelateerde complicaties voorkomen en wordt daarom voorgeschreven aan oncologische patiënten die tijdens een ziekenhuisopname bedlegerig zijn of ingrepen ondergaan. Het gebruik van tromboseprofylaxe bij ambulante oncologische patiënten is minder gangbaar, hoewel een steeds groter deel van de oncologische behandeling zich buiten het ziekenhuis afspeelt en ambulante patiënten die chemotherapie ondergaan een hoog risico hebben op veneuze trombose.3 Het is van groot belang dat behandelaars zich bewust zijn van het tromboserisico bij hun ambulante oncologische patiënten en kunnen bepalen wie baat hebben bij tromboseprofylaxe. Het doel van dit artikel is om inzicht te geven in het nut en de veiligheid van tromboseprofylaxe bij ambulante…
Tromboseprofylaxe bij ambulante patiënten met kanker?
Outpatients with cancer have an increased risk of venous thrombosis, especially during chemotherapy. Clinical trials have shown that thromboprophylaxis with low-molecular-weight heparin reduces the incidence of symptomatic venous thrombosis in these patients. An increase in major bleeding events was suggested but not confirmed in most recent trials. However, as the incidence of venous thrombosis is relatively low in the general cancer population, thromboprophylaxis should not be recommended for all cancer outpatients. Instead, to optimize the risk/benefit ratio, targeted thromboprophylaxis for patients deemed at high risk is recommended. Risk prediction models may be used to identify these high risk patients. Until results of clinical trials based on these models are published, thromboprophylaxis can be considered in patients with advanced or metastatic high risk cancers (e.g. pancreatic and lung cancer) who are receiving chemotherapy and have no increased risk of bleeding. Because of the many uncertainties, the decision to start thromboprophylaxis should always be discussed with the patient.
Conflict of interest: none declared. Financial support: none declared.
Reacties