De richtlijn ‘Triage op de Spoedeisende Hulp’ uit 2008 beveelt aan dat alle patiënten binnen 10 minuten na binnenkomst op de SEH systematisch getrieerd zijn door een SEH-verpleegkundige. In de kwaliteitsstandaard ‘Intramurale spoedzorg’, die zich momenteel in de autorisatiefase bevindt, wordt deze aanbeveling onderschreven. Ondanks meerdere onderzoeken blijft het onduidelijk wat de toegevoegde waarde is van de verschillende triagesystemen op de SEH en welke competenties nodig zijn om adequaat te kunnen triëren. De vraag is dan ook wat systematische triage van alle patiënten op de SEH door een SEH-verpleegkundige in de praktijk precies oplevert.
Triëren is het beoordelen en classificeren van patiënten naar de ernst van hun verwondingen of ziektebeeld. Op de SEH heeft triage als doel om op momenten dat het aanbod van patiënten de beschikbare capaciteit overstijgt, te bepalen in welke volgorde patiënten medische hulp moeten krijgen (urgentietriage). Bij systematische triage vindt urgentietriage plaats aan de hand van een triagesysteem, zoals het ‘Manchester Triage System’, de ‘Emergency Severity Index’, de ‘Canadian Triage and Acuity Scale’, de ‘Australian Triage Scale’ of de ‘Nederlandse Triage Standaard’. Bij ‘advanced triage’, ook wel ‘triage plus’ genoemd, initieert degene die trieert tevens aanvullend diagnostisch onderzoek. Dit heeft als doel de wachttijden van patiënten efficiënt te gebruiken en zo de verblijftijden op de SEH te verkorten.
De Nederlandse praktijk
Om na te gaan hoe op SEH-afdelingen in Nederland getrieerd wordt, namen wij op 14 en 15 september 2019 een telefonische enquête af onder SEH-artsen en -verpleegkundigen. Wij benaderden…
Reacties