Samenvatting
In 1983 werd door de Geneeskundige Hoofdinspectie (GHI) een landelijke registratie van seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA's) ingevoerd, naast het registratiesysteem van wettelijk aangifteplichtige ziekten. De gegevens voor de registratie worden door sociaal-verpleegkundigen, werkzaam bij GGD'en en geslachtsziekten-poliklinieken, verzameld. Behalve de diagnose en het geslacht van de patiënt wordt ook epidemiologische achtergrondinformatie in de registratie opgenomen. Uit deze registratie blijkt dat in de periode 1984-1990 het totale aantal gevallen van gonorroe en lues is gedaald. Het aantal gonorroe-infecties onder homoseksuele mannen is na 1989 weer gestegen; onder vrouwelijke prostituées werd voor de verschillende SOA's een daling gevonden. Verder nam, behalve onder homoseksuele mannen, het percentage therapie-resistente gonorroe in verschillende subgroepen de laatste jaren toe.
Bij onderlinge vergelijking van ruim 25.000 patiënten met gonorroe, lues of chlamydiasis op grond van een aantal kenmerken (leeftijd, geslacht, prostitutie en seksuele gerichtheid), bleek lues significant vaker dan gonorroe voor te komen onder oudere patiënten en vrouwen, maar minder onder prostituées. Luespatiënten waren significant vaker prostituanten en homoof biseksueel dan gonorroepatiënten. In vergelijking met gonorroepatiënten waren chlamydiasis-patiënten vaker van het vrouwelijk geslacht en jonger, minder vaak werkzaam in de prostitutie en minder vaak homo- of biseksueel.
Reacties