de vraag naar knie- en heupprotheses blijft voorlopig toenemen

Trends in aantallen knie- en heupartroplastieken

Onderzoek
Renee Otten
Peter M. van Roermund
H. Susan J. Picavet
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A1534
Abstract

Samenvatting

Doel

Het toekomstige aantal knie- en heupartroplastieken wegens artrose voorspellen op basis van historische trends en demografische projecties.

Opzet

Data-analyse en modelberekeningen.

Methode

Twee toekomstprojecties werden berekend op basis van leeftijd- en geslachtsspecifieke aantallen ziekenhuisopnames voor plaatsing van een totale knie- of heupprotheses wegens artrose in de periode 1995-2005; deze gegevens waren afkomstig uit de Landelijke Medische Registratie. In de demografische projectie werd de berekening uitgevoerd op basis van de incidentie van artroplastieken in 2005 en de demografische ontwikkeling in de periode 2005-2030 zoals voorspeld door het CBS. Voor de trendprojectie werd de trend in de leeftijd- en geslachtsspecifieke incidenties van operaties in de periode 1995-2005 gebruikt bij de berekening.

Resultaten

In de periode 1995-2005 steeg het jaarlijkse aantal knieartroplastieken bij patiënten met de hoofddiagnose ‘artrose’ van 4916 naar 14.565, een toename met 196%. Het aantal totale heupartroplastieken nam toe van 13.785 naar 20.715, een toename met 50%. Volgens de demografische projectie zal het aantal totale heupartroplastieken stijgen tot 31.731 in 2030, een toename met 53%. Het aantal knieartroplastieken zou stijgen tot 22.183. Op basis van de trendprojectie kunnen de aantallen oplopen tot 51.680 voor de heupoperaties (+149%) en 57.893 voor de knie (+297%).

Conclusie

De stijging van het aantal knie- en heupartroplastieken wegens artrose zal zich vermoedelijk voortzetten in de komende 20 jaar. Hieraan zullen waarschijnlijk de volgende ontwikkelingen bijdragen: veranderingen in bevolkingssamenstelling, de toename van overgewicht, betere langetermijnresultaten van de operaties, de actievere levensstijl van de oudere patiënt en het stijgend aantal orthopedisch chirurgen.

Auteursinformatie

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Centrum voor Preventie- en zorgonderzoek, Bilthoven.

Drs. R. Otten, arts-assistent niet in opleiding; dr. H.S.J. Picavet, gezondheidswetenschapper.

Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Orthopedie, Utrecht.

Dr. P.M. van Roermund, orthopedisch chirurg.

Contact dr. H.S.J. Picavet (Susan.Picavet@rivm.nl)

Verantwoording

Prof.dr. Joost Dekker (VU, Amsterdam), prof.dr. J.W.J (Hans) Bijlsma (UMC, Utrecht), dr. Jan van Mourik (MMC, Eindhoven), prof.dr. Geert Walenkamp (MUMC, Maastricht), dr. Bart Burger (MCA, Alkmaar), dr. Bart Swierstra (Sint Maartenskliniek, Nijmegen) en drs. Chris van der Togt (NOV, ’s-Hertogenbosch), verleenden medewerking aan een interview over de trendontwikkelingen. Ben Bom (RIVM, Bilthoven) voerde de analyses van de LMR uit.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 14 februari 2010

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties