Samenvatting
Doel
Het toekomstige aantal knie- en heupartroplastieken wegens artrose voorspellen op basis van historische trends en demografische projecties.
Opzet
Data-analyse en modelberekeningen.
Methode
Twee toekomstprojecties werden berekend op basis van leeftijd- en geslachtsspecifieke aantallen ziekenhuisopnames voor plaatsing van een totale knie- of heupprotheses wegens artrose in de periode 1995-2005; deze gegevens waren afkomstig uit de Landelijke Medische Registratie. In de demografische projectie werd de berekening uitgevoerd op basis van de incidentie van artroplastieken in 2005 en de demografische ontwikkeling in de periode 2005-2030 zoals voorspeld door het CBS. Voor de trendprojectie werd de trend in de leeftijd- en geslachtsspecifieke incidenties van operaties in de periode 1995-2005 gebruikt bij de berekening.
Resultaten
In de periode 1995-2005 steeg het jaarlijkse aantal knieartroplastieken bij patiënten met de hoofddiagnose ‘artrose’ van 4916 naar 14.565, een toename met 196%. Het aantal totale heupartroplastieken nam toe van 13.785 naar 20.715, een toename met 50%. Volgens de demografische projectie zal het aantal totale heupartroplastieken stijgen tot 31.731 in 2030, een toename met 53%. Het aantal knieartroplastieken zou stijgen tot 22.183. Op basis van de trendprojectie kunnen de aantallen oplopen tot 51.680 voor de heupoperaties (+149%) en 57.893 voor de knie (+297%).
Conclusie
De stijging van het aantal knie- en heupartroplastieken wegens artrose zal zich vermoedelijk voortzetten in de komende 20 jaar. Hieraan zullen waarschijnlijk de volgende ontwikkelingen bijdragen: veranderingen in bevolkingssamenstelling, de toename van overgewicht, betere langetermijnresultaten van de operaties, de actievere levensstijl van de oudere patiënt en het stijgend aantal orthopedisch chirurgen.
Reacties