In Nederland worden jaarlijks ongeveer 80.000 patiënten met letsel opgenomen in een ziekenhuis na een ongeval.1 Ruim 4400 patiënten uit deze groep zijn meervoudig gewond en hebben intensieve, multidisciplinaire zorg nodig. De focus van traumazorg ligt vaak op deze meervoudig gewonde patiënt alhoewel het slechts een minderheid betreft van het aantal opgenomen patiënten. Zorg voor de meervoudig gewonde patiënt kan echter niet los worden gezien van de zorg voor de rest van de gewonde patiënten. In dit artikel laten we zien welke vooruitgang er afgelopen decennium is geboekt voor de opvang van de meervoudig gewonde patiënt, wat dit voor invloed heeft op andere patiënten en wat we nog moeten verbeteren voor de toekomst.
Het afgelopen decennium
Wat is er gelukt?
Centralisatie van traumacentra
Sinds 1999 is er in Nederland een inclusief traumasysteem. Dit houdt in dat er 11 traumaregio’s zijn, die allemaal minimaal 1 level 1-traumacentrum hebben waar meervoudig gewonde patiënten kunnen worden behandeld. De overige patiënten kunnen terecht in de omliggende level 2- en 3-traumacentra. De traumaregio is als geheel verantwoordelijk voor het totaal aan zorg voor de gewonde patiënten.
Na de introductie van het inclusieve traumasysteem vond er centralisatie plaats van de meervoudig gewonde patiënt. Vanaf 2006 begonnen we de vruchten te plukken van deze centralisatie. Waar de mortaliteit van meervoudig gewonde patiënten na centralisatie in 2005 nog 8,5% was, daalde deze mortaliteit naar 5,2% in 2016.2,3 Deze winst kan het beste worden weergegeven door het aantal patiënten dat komt te overlijden door verbloeding: van 17% voor centralisatie naar 3% in 2016.4 Deze daling heeft niet alleen te maken…
Reacties