Gestructureerde zorgoverdracht bij ongeplande ziekenhuisopname

Transmurale samenwerking in de palliatieve fase

Praatwolkje met drie personen erin
Tamara van Schaik
Filip Y.F. de Vos
Toosje A.C.H. Valkenburg
Everlien de Graaf
Saskia C.C.M. Teunissen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2024;168:D8236
Abstract

In de palliatieve fase worden patiënten soms ongepland opgenomen. Hoe regelen we bij hen de continuïteit van zorg? Gestructureerde telefonische overdracht tussen huisarts en specialist is een optie, maar is dat haalbaar?

Samenvatting

Doel

Onderzoek naar de praktische toepasbaarheid van een gestructureerde overdracht, waarbij huisartsen actief worden betrokken bij ongeplande ziekenhuisopnames van patiënten met kanker in de palliatieve fase.

Opzet

Beschrijvend, kwalitatief en kwantitatief onderzoek.

Methode

Patiënten met een ongeneeslijke vorm van kanker die in de periode juli-december 2022 ongepland werden opgenomen, werden geïncludeerd voor dit onderzoek. Bij deze patiënten werd een gestructureerde overdracht toegepast, die bestond uit (a) telefonische informatieoverdracht tussen de medisch specialist of zaalarts en de huisarts binnen 24 h na opname, en (b) deelname van de huisarts aan online multidisciplinair overleg (MDO) voorafgaand aan ontslag. De ervaringen van de zaalartsen en medisch specialisten werden uitgevraagd met een vragenlijst. De huisartsen werden telefonisch geïnterviewd.

Resultaten

De zorgverleners waren tevreden over het directe contact in een gestructureerde telefonische overdracht. Dit droeg bij aan de samenwerking en zorgcontinuïteit. Het was een uitdaging om behalve voor de fysieke dimensie van patiënten ook aandacht te hebben voor psychische, sociale en spirituele waarden, wensen en behoeften. Het was voor de meeste huisartsen niet haalbaar om deel te nemen aan het MDO.

Conclusie

Telefonisch contact met huisartsen bij ongeplande ziekenhuisopnames verbetert de kwaliteit van de overdracht, de samenwerking tussen zorgverleners en continuïteit van zorg.

Auteursinformatie

UMC Utrecht, Utrecht; afd. Huisartsgeneeskunde: drs. T. van Schaik, geestelijk verzorger; dr. E. de Graaf, verpleegkundige en epidemioloog; prof.dr. S.C.C.M Teunissen, verpleegkundige en gezondheidswetenschapper; afd. Medische Oncologie: dr. F.Y.F. de Vos, internist-oncoloog. Gezondheidscentrum de Bilt, de Bilt: drs. T.A.C.H. Valkenburg, huisarts (tevens: hospice-arts Academisch Hospice Demeter, de Bilt).

Contact T. van Schaik (t.vanschaik@uvh.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: er zijn mogelijke belangen gemeld bij dit artikel. ICMJE-formulieren met de belangenverklaring van de auteurs zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Verantwoording

Bij dit onderzoeksproject waren drs. Nicole Plum en drs. Henk Vrehen betrokken (beiden lid van PatiëntenNaastenraad Septet, Consortium Palliatieve Zorg Midden-Nederland). Dr. Annette Beetsma en drs. Nadine Gebara (beiden verbonden aan het Transmuraal Contact en Coördinatiecentrum UMC Utrecht) begeleidden en ondersteunden de uitvoering van het project.

Auteur Belangenverstrengeling
Tamara van Schaik ICMJE-formulier
Filip Y.F. de Vos ICMJE-formulier
Toosje A.C.H. Valkenburg ICMJE-formulier
Everlien de Graaf ICMJE-formulier
Saskia C.C.M. Teunissen ICMJE-formulier
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Huisartsgeneeskunde
Oncologie
Dit artikel wordt besproken in#48 Licht op alcoholproblematiek
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties