Een transfusie met vol bloed heeft logistieke voordelen, lijkt veilig en werkt bij patiënten met massaal bloedverlies na een trauma. Deze voordelen wegen zwaar tijdens militaire missies. Maar wat betekent dit voor de civiele setting? Is het tijd om bij elke bloedende patiënt over te gaan tot transfusie met vol bloed?
Met het beschikbaar komen van kunststof bloedzakken in de jaren 70 werd het mogelijk om vol bloed te centrifugeren en in een gesloten systeem te scheiden in de bloedcomponenten plasma, rode bloedcellen (RBC) en bloedplaatjes. Hierdoor ging men over van de transfusie met vol bloed naar de doelmatige transfusie met alleen die bloedcomponenten die de patiënt nodig heeft. De afgelopen jaren is er hernieuwde interesse in de toepassing van vol bloed bij de (pre-)hospitale behandeling van patiënten met massaal bloedverlies na een trauma. Vol bloed is vooral weer populair geworden door het succes van het ‘1:1:1-transfusieprotocol’: een transfusie met alle bloedcomponenten in dezelfde verhouding als in vol bloed, ten goede van een gebalanceerde vroege resuscitatie van bloedende traumapatiënten.
Vol bloed
Van oudsher werd vol bloed al veel gebruikt in de militaire operationele gezondheidszorg; het gebruik ervan is herontdekt tijdens de Amerikaanse missies in Irak en Afghanistan in de 21e eeuw…
Reacties